Huwelijk tussen wetenschap en praktijk
‘Het verbinden van de twee werelden, wetenschap en praktijk, zie ik een beetje als mijn missie. De twee kunnen ook niet zonder elkaar en dat maakt mijn duobaan bij de UvA en PwC zo waardevol. Je kunt niet in je ivoren toren bevroeden welke problemen zich in de praktijk voordoen. En het is op mijn vakgebied belangrijk om naast je dagelijkse werkzaamheden altijd bij te blijven leren. Het is een gelukkig huwelijk', aldus Vermeulen.
Voordat Vermeulen ging studeren, twijfelde hij geruime tijd tussen economie en recht. Uiteindelijk kreeg hij zijn zin zonder te hoeven kiezen. ‘Ik belandde er met fiscaal recht precies tussenin. Ik wilde ook altijd al promoveren. Toen ik een jaartje of acht was, promoveerde mijn oom. Ik wist toen niet precies wat dat betekende, maar het maakte veel indruk op mij. Daar wilde ik ook staan; in 2007 was het zover.'
Toekomst CIVs en REITS
Vermeulen leidde onlangs een paneldiscussie op de UvA waarin de fiscale toekomst van beleggingsinstellingen (CIVs en REITs) werd besproken. Een onderwerp waar hij al een aantal jaren onderzoek naar doet. In de zaal zaten meer dan honderd belangstellenden uit onder andere Noorwegen, Finland, Engeland en Spanje en afgevaardigden van het ministerie van Financiën, de Belastingdienst, de rechterlijke macht en de financiële sector. De centrale vraag: Hoe kunnen we de grote onzekerheid tegengaan die internationaal leeft over de fiscale status van beleggingsinstellingen?
‘Als je zelf belegt, hoef je maar één keer belasting te betalen. Maar als je als vermogensbeheerder een beleggingsinstelling voor je laat beleggen, ontstaat het risico dat die heffing twee keer moet worden betaald', legt Vermeulen uit. ‘Dit is al snel het geval als het om internationaal verkeer gaat. Tegenwoordig zitten al lang niet meer alleen Nederlanders in een Nederlandse beleggingsinstelling, ook Belgen en Chinezen stoppen er geld in. En er wordt over de hele wereld belegd. Wie moet dan aan wie, hoeveel belasting betalen?'
Zolang die onzekerheid blijft bestaan, werkt de internationale beleggingsmarkt niet optimaal. De oplossing ligt volgens Vermeulen in fiscale harmonisatie op Europees -en daarna wereldwijd niveau. ‘Daar is ook niemand op tegen, maar nog lang niet iedereen is er aan toe. Het ligt voor de hand om binnenlandse en buitenlandse beleggingsinstellingen die bijvoorbeeld in Nederland actief zijn gelijk te behandelen. Maar tegelijkertijd ligt dat ook heel gevoelig, want geen één land wil heffing kwijtraken aan de ander.'
UCITS zorgt voor duidelijkheid
Er moet dus een oplossing worden bedacht waardoor duidelijkheid ontstaat én iedereen zijn eerlijke aandeel krijgt in de belastingopbrengsten. In het fiscale recht is er nog geen Europese harmonisatie. Die is er wel in het toezichtrecht financiële markten. De Europese aanbouwwetgeving voor UCITS (Undertaking for Collective Investments in Transferable Securities), waar je als belegginginstelling aan dient te voldoen als je in elk land je product wilt verkopen, zou mogelijk als richtsnoer in het fiscale recht kunnen dienen.
Vermeulen: ‘Een andere mogelijkheid is het op nationaal niveau verenigen van het fiscale recht en het toezichtrecht financiële markten. Uiteindelijk kan er dan één regime voor beleggingsinstellingen overblijven, dat wordt gereguleerd door één instituut. De AFM en de belastinginspecteur hebben nu bijvoorbeeld nog allebei hun eigen regeltjes, terwijl ze doorgaans hetzelfde doel dienen. In de toekomst moeten die veel meer hand in hand lopen. Het is mogelijk, maar er is een lange weg te gaan.'
Beleggingsinstellingen naar de rechter
De Europese rechter zal volgens Vermeulen in de tussentijd ook steeds vaker gelijke behandeling van beleggingsinstellingen afdwingen. ‘Verschillende regimes kunnen duiden op discriminatie binnen de sfeer van de Europese eenwording en de rechtszaken kondigen zich dan ook al aan. Daarbij heeft de rechter al een aantal keer bepaald dat er sprake was van discriminatie bij de behandeling van een buitenlandse beleggingsinstelling ten opzichte van een binnenlandse beleggingsinstelling. (zie uitspraak Luxemburgse hof inzake Santander). Deze jurisprudentie gaat zijn uitwerking hebben.'
Bron: PwC