Skandia America Corporation. VAT group. Internal transaction not subject to VAT. Advocate general
9 mei 2014
Opinion of advocate general Wathelet in the case Skandia America Corporation on supplies from a company's main establishment located in a third country to a branch located within a Member State.
Een head spa behandeling kwalificeert niet als een dienst die door een kapper als zodanig wordt verricht in de zin van Tabel I, post b.7, behorende bij de Wet OB 1968. Daarom geldt het algemene BTW-tarief. Dat is het standpunt van de Kennisgroep omzetbelasting.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de door T.P.T. verrichte no-cure-no-pay-dienst onder bezwarende titel wordt verricht en derhalve voor de BTW een belastbare handeling vormt. Dat de betaling van de honoraria van de advocaat afhangt van het onzekere resultaat van de procedure, is niet van belang.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de financieringsvergoeding en de aanvangsvergoeding die door A Oy in rekening worden gebracht voor haar factoringdiensten de tegenprestatie vormen voor één enkele, ondeelbare dienst van ‘inning van schuldvorderingen’ die aan de BTW is onderworpen. Dit geldt ook voor factoring via verpanding.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de financieringsvergoeding en de aanvangsvergoeding die door A Oy in rekening worden gebracht voor haar factoringdiensten de tegenprestatie vormen voor één enkele, ondeelbare dienst van ‘inning van schuldvorderingen’ die aan de BTW is onderworpen. Dit geldt ook voor factoring via verpanding.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat een BTW-teruggaaf wordt geweigerd van de BTW die heeft gedrukt op een levering van apparatuur aan een in een andere lidstaat dan de lidstaat van aankoop van dit goed gevestigde belastingplichtige.
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof terecht heeft onderzocht of X een levering onder bezwarende titel heeft verricht. Het hof heeft de verwijzingsopdracht niet te ruim opgevat.
Op 20 oktober 2025 hebben de EU en Zwitserland een wijzigingsprotocol ondertekend om de bestaande overeenkomst inzake fiscale samenwerking te intensiveren. Met het protocol wordt de automatische uitwisseling van informatie over financiële rekeningen uitgebreid en is een nieuw kader gemaakt voor samenwerking bij de invordering van BTW.
Hof Den Bosch oordeelt dat de verhuur van een deel van de woning kwalificeert als een economische activiteit, zodat X BTW-ondernemer is. X maakt niet aannemelijk dat de gehuurde ruimtes uitsluitend zakelijk worden gebruikt. Daarom kan X niet opteren voor BTW-belaste verhuur en heeft zij geen recht op aftrek van de BTW op de bouwkosten van de woning.
Staatssecretaris Heijnen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9) naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het EHRM verklaart de klacht in de zaak Italmoda Mariano Previti en anderen tegen Nederland niet-ontvankelijk. De aan Italmoda opgelegde BTW-naheffingsaanslagen zijn namelijk niet te beschouwen als een ‘straf’ in de zin van het beginsel ‘geen straf zonder wet’ van art. 7 EVRM.