Het is onaanvaardbaar en niet uit te leggen dat particulieren ter zake van hun spaartegoeden geen daadwerkelijke inkomsten realiseren, maar wel inkomstenbelasting zijn verschuldigd. Het voorstel tot aanpassing van box 3 is zeker waar het spaartegoeden betreft een belangrijke stap in de goede richting (maar uiteindelijk nog niet voldoende). Het duurt echter te lang voor deze aanpassingen worden doorgevoerd. Dit schrijft SRA in een reactie op het pakket Belastingplan 2020. Uiteraard realiseert SRA zich dat de beoogde aanpassingen de nodige voorbereiding vergen, ook om uitvoeringstechnische problemen te voorkomen. Per 1 januari 2020 kan echter wel het heffingvrij vermogen worden verhoogd in afwachting van de beoogde aanpassing. Dat is eenvoudig aan te passen.

De door SRA voorgestelde verhoging van het heffingvrij vermogen in box 3 is een tegemoetkoming aan de maatschappelijke opwinding over deze heffing, die noodzakelijk is. Andere wetgeving die volgens SRA dringend aanpassing behoeft:

  • Marginale belastingdruk: SRA bepleit een lagere belastingdruk voor ondernemer en dga, althans voor zover de winst in redelijkheid deze bufferfunctie heeft.
  • Onterechte vergelijking dga ten opzichte van ondernemer en werknemer: Door de marginale belastingdruk van ondernemer en dga meer in balans te brengen met die van werknemers, ontstaat een relatief groot verschil in marginale belastingdruk tussen dgabedrijven en het internationale bedrijfsleven. Dat gaat ten koste van de concurrentiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven en dat is zeer onwenselijk.
  • Effecten geleidelijke invoering van maatregelen: SRA heeft moeite met maatregelen die het kabinet over een aantal jaren geleidelijk wil invoeren. Met elkaar samenhangende aanpassingen die over een reeks van jaren worden geïmplementeerd, worden tussentijds herzien. De evenwichtige samenhang verdwijnt daardoor. Een voorbeeld hiervan is het niet doorvoeren van de oorspronkelijk beoogde tariefsverlaging in de Vpb. De dekkingsmaatregelen die leiden tot een hogere belastingdruk (afschrijvingsbeperkingen, beperking verliesverrekeningstermijnen) zijn echter al wel doorgevoerd en blijven gehandhaafd. Ook de voorgestelde verhoging van het aanmerkelijkbelangtarief blijft gehandhaafd.
  • Complexiteit en onbillijkheid leidt tot regeldruk: SRA bepleit om waar dat binnen Europeesrechtelijke kaders mogelijk is, de uitvoeringstechnische impact voor het mkb c.q. ondernemers te verminderen door optimaal gebruik te maken van drempels waar beneden deze regelgeving geen toepassing vindt. Van onbillijkheden is sprake waar specifiek aan de vpb onderworpen rechtspersonen geen gebruik meer kunnen maken van betalingskortingen of worden geconfronteerd met onredelijke belastingrente. De betalingskorting dient te worden gehandhaafd en de hoogte van de rente van nu 8% moet worden verlaagd. Dat de innovatiebox minder voordelig wordt, acht SRA onverstandig. Innovatie is te belangrijk voor de economische ontwikkeling van Nederland.
  • Stimuleer ondernemerschap: SRA bepleit afbouw van de zelfstandigenaftrek onder gelijktijdige verhoging van de mkbwinstvrijstelling.

 Lees de hele reactie.

Bron: SRA

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2019

3

Gerelateerde artikelen