Big data, kunstmatige intelligentie, blockchain en machine learning zijn allang geen hippe termen meer die exclusief door nerdy IT’ers worden gebezigd maar krijgen steeds meer invloed op ons dagelijks leven en werk. De fiscale wereld is daar geen uitzondering op. Gaan robots de fiscalist vervangen? Wat staat ons te wachten? Één geruststelling: er zal altijd behoefte zijn aan menselijke interpretatie van feiten en situaties.

De technologische ontwikkelingen in het fiscale domein gaan snel en worden samengevat onder de term tax technology: alle technologieën die worden ingezet ten behoeve van de belastingheffing. Veel oplossingen zijn al gemeengoed in de fiscale praktijk zoals het tax control framework voor risicobeheersing en data-analyses in de btw en loonheffingen. En daar houdt het niet mee op. De belastingadviseur ontkomt niet aan verdere digitalisering in zijn vak. Constant veranderende wetgeving en de groeiende rapportageverplichtingen vanuit de Belastingdienst en toezichthouders dwingen hem zijn fiscale processen efficiënt in te richten en de alsmaar toenemende complianceverplichtingen en risico’s in kaart te brengen.

Martin Hommersom is in het dagelijks leven belastingadviseur bij Kreston Van Herwijnen en als bestuurslid van het Register Belastingadviseurs (RB) medeverantwoordelijk voor het programma dat zich richt op de digitale transitie van de MKB-adviseur: “De invloed van IT op ons werk is de afgelopen 20 jaar enorm toegenomen en gaat door. Neem alleen al de manier waarop we via verschillende systemen communiceren met de Belastingdienst. We zijn er allang aan gewend dat we geen papieren aangifte meer kunnen inleveren. In de kantoorprocessen, aangiftes en compliance heeft de IT zijn waarde al bewezen, maar is het zaak de lijn door te trekken. Daarnaast dient de vraag zich aan in hoeverre we technologie kunnen inzetten voor het fiscale advieswerk. Gaat het ons helpen om advisering beter en effectiever te maken?”

Bij een nulmeting onder leden van het RB blijkt dat de digitale vaardigheden en competenties van de fiscalist groeien. “Je ziet dat de kennisbehoefte niet meer alleen belastingrecht behelst maar ook technologie. En naarmate het kantoor groter is wordt dat zichtbaarder”, merkt Hommersom op. “Maar het gaat dus niet ten koste van fiscale kennis. De technologische kennis komt erbij.” Hommersom heeft zelf een master Tax & Technology aan de universiteit gevolgd. Wat hij opvallend vond was het grote aantal medestudenten zonder fiscale achtergrond. “Veertig procent komt uit de econometrie of informatica. Dat geeft wel aan dat ons vak aan het veranderen is en het belastingregime onder meerdere expertises gaat vallen. Maar klantvaardigheden en softskills blijven belangrijk in ons vak, juist als door de digitalisering de nadruk meer op het trusted advisorschap komt te liggen. IT is een hulpmiddel, een gereedschapskist waarmee je werkt.”

‘Contextueel zoeken’

Hoewel het hoogwaardige fiscale advieswerk en de klantkennis altijd mensenwerk zullen blijven, ziet Raúl Maduro genoeg openingen voor forse efficiencywinst. Maduro is van oorsprong fiscaal jurist maar werkt op het snijvlak van fiscaliteit en IT en is als productmanager verantwoordelijk voor de fiscale productontwikkeling bij Wolters Kluwer. Hij voegt zich met deze functie bij een groeiend leger van juristen die tax technology als hun primaire aandachtsgebied hebben. “In de adviessector zie je dat veel zoekwerk nog op de klassieke manier gebeurt. En dan bedoel ik niet het ouderwetse bladeren in boeken, wat ongetwijfeld ook nog wel gebeurt, maar het researchwerk in databases naar de juiste jurisprudentie en literatuur. Dat is tijdrovend en omslachtig! Niemand zit te wachten op duizend hits als je iets zoekt over de deelnemingsvrijstelling. Daarom bouwen we binnen ons bedrijf aan een slim zoeksysteem met behulp van machine learning. Het systeem serveert suggesties en legt connecties waardoor je sneller een bruikbaar zoekresultaat krijgt.”

Maduro’s collega Tjerk de Greef, Director Product Software Engineering Advanced Technology, ziet hierin wel een technische uitdaging. “Bij slim zoeken zijn we heel erg gewend aan Google-achtige search waarbij je een à twee woorden intypt waarna op magische wijze naar boven komt wat je zoekt. Dat is de standaard en de verwachting die mensen hebben bij zoeken. Maar Google heeft veel meer bezoekers en een grotere bak informatie over de gebruiker om de ‘intent’ van deze gebruiker in kaart te brengen, te meten en te vangen in voorgebakken zoekresultaten”, zegt de technische specialist bij Wolters Kluwer.

De Greef ziet voor de professionele markt dan ook geen directe kopie van een Google-achtige oplossing maar een contextuele zoekmethode. “Systemen moeten weten waar de individuele gebruiker mee bezig is en hem op basis daarvan gepersonaliseerde zoekresultaten voorschotelen. En het liefst ook nog dynamisch omdat wet- en regelgeving voortdurend verandert. Bij contextueel zoeken is de relevantie van de documenten dus niet aan de orde, maar de relevantie van de context die de gebruiker aandraagt”, legt De Greef uit. “Je ziet dan dat de nauwkeurigheid van de zoekopdracht met sprongen omhoog gaat. Laat ik dat concreet maken. De professionele gebruiker zal niet meer door talloze digitale pdf’jes gaan bladeren maar van ons verwachten dat we die pdf’jes opknippen in stukjes, koppelen aan zijn zoekvraag en de essentiële informatiecomponenten in de context van bijvoorbeeld een rechterlijke uitspraak of een wetsvoorstel presenteren.”

Maduro vult hem aan: “Bij InviewTax, het nieuwste digitale contentplatform dat we ontwikkelen bij Wolters Kluwer, spelen we hierop in door de metadata van een nieuwe uitspraak of een wijziging in een fiscale wet te koppelen aan gebruikersprofielen waardoor de belastingadviseur meteen de impact kan bepalen voor zijn klanten.”

Privacy en rechtsbescherming

Hommersom is hoopvol over deze ontwikkeling in de informatiebranche. “Het helpt ons enorm als de adviseur die informatieberg kan verkleinen door de zoekrelevantie te verhogen. Het maakt ons efficiënter en waardevoller. Je ziet het ook aan de kant van de werkprocessen bij de kantoren. Big data en artificiële intelligentie steunen de adviseur in de interpretatie van klantgegevens.” Het bestuurslid van het RB ziet wel een gevaar op privacyvlak: “Je bent eigenlijk bezig om zonder toestemming van de klant zijn gegevens te verzamelen en daar is de Belastingdienst behoorlijk mee in opspraak gekomen zoals we weten.“

De Greef ziet ook het gevaar: “Je zal inderdaad toestemming nodig hebben van die klant maar je systeem zal wel wát moeten weten als je zoeken slim wil maken. Je moet daar transparant over zijn tegenover die klant en daar staat een goede user experience centraal in. Laat de gebruiker weten wat je verzamelt en filter de gevoelige informatie eruit. Via application programming interfaces bijvoorbeeld komen we een heel eind met het koppelen van systemen zodat de context waarin de gebruiker werkt kan worden meegegeven. Denk hierbij aan het koppelen met een zaaksysteem zodat het systeem de context van de zaak onder handen begrijpt. Bovendien is anonimisering, het uitsluiten van data die herkenbaar is terug te voeren naar een klant en waar je niets aan hebt, ook mogelijk.”

Hommersom signaleert op dit vlak nog wel een tekort in de fiscale rechtsbescherming. “De overheid is machtig en verzamelt zoveel data over ons zonder dat wij dat willen dat er een onbalans ontstaat tussen burger en overheid. Neem het voorbeeld van de beruchte registratie door ANPR-camera’s van kentekenplaten om de rittenadministratie te controleren voor het privégebruik van de zakelijke auto. Gelukkig maakte de Hoge Raad daar in 2017 een einde aan maar de fiscus mag het nog steeds toepassen op de motorrijtuigenbelasting.”

Gemeenschappelijk taalmodel

Eerder werd al genoemd dat het hoogwaardige fiscale advieswerk niet zomaar te digitaliseren valt. In de basis van de advisering liggen volgens Raúl Maduro wel kansen. Voordat het zover is dat iemand met het inbrengen van wat parameters in aangiftesystemen adviezen kan genereren moet er aan één belangrijke voorwaarde worden voldaan: iedereen moet de dezelfde ‘taal’ gaan spreken. Geen mensentaal maar computertaal. Inmiddels is xbrl een geaccepteerde standaard geworden voor het onderling rapporteren van financiële gegevens door overheid en marktpartijen en heeft de OESO een open standaard ontwikkeld voor fiscale auditrapportages, de Standard Audit File for Tax (SAF-T).

Maar er is meer nodig. Maduro noemt een voorbeeld: “Als een fiscalist op zoek is naar nieuwe advieskansen moet hij een query schrijven en loslaten op zijn database. Daar rolt dan een lijst van klanten uit die hij ook weer handmatig moet beoordelen. Erg omslachtig en het kan slimmer. Als alle marktpartijen afspreken dat we de data op dezelfde manier structureren en taggen, kunnen we het handwerk eruit gooien en sneller resultaat boeken.”

Maduro wordt hierin gesteund door de Nederlandse Fiscale Leerstukken Taxonomie, een initiatief van een consortium bestaande uit de Belastingdienst, de rechterlijke macht, belastingadviseurs en uitgevers om een taxonomie te realiseren waarmee fiscaal juridische data optimaal kan worden ontsloten. Hommersom ziet echter wel wat hindernissen voor de middelgrote en kleine kantoren: ”De belastingadvieswereld kampt met Babylonische spraakverwarring als het aankomt op automatisering van het zoeken naar fiscale informatie en het uniform structureren van data. Er is geen uniforme taal waarmee we communiceren. Elk kantoor vindt zelf het wiel uit en maakt zijn eigen lijstjes en trefwoorden. Er is jammer genoeg nog geen gemeenschappelijke taal die leidt tot uniform zoeken en het genereren van adviezen. Dat wordt dus wel een grote uitdaging voor de MKB-advieswereld.”

Veranderend verdienmodel

Bij de zoektocht naar efficiency speelt techniek dus een belangrijke rol. Dat speelt ook een rol in de alsmaar groeiende berg aan juridische informatie. ‘Informatiestress’ is geen trendy modewoord maar harde realiteit voor de fiscale professional. Maduro: “De Raad voor de rechtspraak gaat de komende tien jaar het volume aan informatie vertienvoudigen. Je moet dus met gelijkblijvende middelen meer informatie verwerken en dat ga je gewoon niet bijbenen. We hebben big data-technieken dus hard nodig om die informatieberg te kunnen beheersen.”

Ook het verdienmodel van kantoren komt hiermee onder druk te staan. “Hoe meer inefficiënte uren je besteedt aan het zoeken naar informatie, hoe hoger de declaratie. Dat gaat geen ondernemer van zijn adviseur accepteren”, stelt Maduro. Hommersom bevestigt dit en besluit: “Een adviseur heeft meer toegevoegde waarde als hij twee uur besteedt aan een fiscaal advies waarmee de klant belasting kan besparen dan dat hij zich twee uur verliest in het boven water krijgen van de juiste informatie. De adviseur moet zijn toegevoegde waarde laten zien door te denken vanuit de klant, maatwerk dus. De mindset zal moeten veranderen van uurtje-factuurtje naar maatwerk.”

----------------------------------------------------------

Over het onderwerp ‘Tax Technology’ heeft het RB in samenwerking met Wolters Kluwer en I.AMDIGITAL het programma ‘Digitale transformatie en tax technology voor de fiscalist’ opgezet. Met behulp van een laagdrempelig e-learningtraject en een afsluitende bootcamp leer je niet alleen nieuwe theorie, maar ervaar je ook hoe je deze toepast binnen jouw fiscale praktijk. Zo kun jij er daarna direct mee aan de slag.

PE-punten: RB Fiscaal 9, RB Algemeen 4
De behaalde PE-punten gelden voor de PE-verplichting 2022 voor RB-leden op het thema tax technology.

Ga voor meer informatie en inschrijven naar RB.nl.

Bron: Gé Konings

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

248

Gerelateerde artikelen