In dit artikel staan alle wijzigingen op het gebied van de vennootschapsbelasting en de minimumbelasting uit het belastingpakket 2026 per wetsvoorstel.
De Staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2026. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2026 in werking treedt.
De Staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2026 (OFM 2026) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2026. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2026 in werking treedt. Soms geldt een afwijkende inwerkingtreding.
De Kennisgroep winstbepaling stelt dat winstneming bij de vervreemding van toekomstige royalty’s plaatsvindt op het moment dat de verkoopprijs door de verkoper wordt ontvangen.
Hof Amsterdam oordeelt dat (i) het deel van de Regeling Wfsv dat tijdsevenredige herrekening van het premie-inkomen bij overlijden uitsluit, niet in strijd is met internationale verdragsbepalingen en (ii) geen aanleiding bestaat om de Regeling Wfsv voor dat deel onverbindend te verklaren. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Hof Den Haag oordeelt dat X in 1977 ervoor heeft gekozen om naar Nederland te verhuizen om hier te gaan studeren en vervolgens hier is blijven wonen en werken. X bevindt zich bij indiensttreding bij het EOB in 1990 niet meer in een grensoverschrijdende situatie. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
De buitenlandse belastingplicht is één van de vele onderwerpen binnen de vennootschapsbelasting. Specialist Brenda Coebergh behandelt dit onderwerp in een nieuw fiscaal thema.
De Belastingdienst/MKB is gestart met een pilot IH/VPB, waarin de focus verschuift van toezicht achteraf naar meer steunen op het werk van fiscaal dienstverleners vooraf. Het doel is om meer uit te gaan van de kwaliteit van fiscaal dienstverleners en beter aan te sluiten bij hun manier van werken. Bij goede kwaliteit van een aangifte kan minder achterafcontrole plaatsvinden door de Belastingdienst. De pilot is hierin een eerste stap.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat bij de uitgifte van punten bij het loyaliteitsprogramma van Lyko geen sprake is van een voucher in de zin van art. 30 bis BTW-richtlijn. Er is namelijk geen (zelfstandige) verplichting om die punten als tegenprestatie voor een goederenlevering te aanvaarden.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat op grond van art. 135 lid 1 onderdeel e BTW-richtlijn alleen handelingen zijn vrijgesteld die betrekking hebben op wettige betaalmiddelen. Ook is het onder bepaalde voorwaarden van toepassing op niet-wettige betaalmiddelen.