De termijn om de Belastingdienst te vragen rekening te houden met een bijzondere situatie bij toeslagen is verlengd. Dit was 6 weken en is nu 5 jaar na afloop van het jaar waarover het verzoek gaat.
De termijn van 6 weken na de definitieve berekening van de toeslag of na een beslissing op een bezwaar bleek te kort te zijn. Daarom is deze termijn vanaf dit jaar verlengd naar 5 jaar na afloop van het jaar waarover het verzoek gaat. Mensen kunnen nu dus een verzoek doen voor situaties vanaf 2015. Als een bijzondere situatie speelt in 2015 moet dat verzoek wel vóór 1 januari 2021 worden gedaan.
Bijzondere situaties zien op gevallen waarin iemand geen toeslag krijgt of minder toeslag, terwijl dat eigenlijk niet de bedoeling is. Als er rekening wordt gehouden met een bijzondere situatie zou die persoon misschien wel toeslag krijgen. Of meer toeslag dan nu het geval is. Mensen kunnen de Belastingdienst daarom vragen te kijken naar hun bijzondere situatie. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende situaties:
- Iemand heeft bijzonder inkomen, zoals een afkoopsom, een bijzondere uitkering of een nabetaling.
- Een ex-medebewoner woont langer dan 1 jaar ergens anders, maar telt nog mee voor huurtoeslag, waardoor de toeslaggerechtigde minder krijgt.
- De toeslaggerechtigde verzorgt iemand thuis en daardoor krijgt zij minder huurtoeslag.
- Iemand heeft bijzonder vermogen, zoals een vergoeding voor leed dat diegene is aangedaan. Of een kind heeft vermogen waar de ouder zelf niet bij kan.
Een verzoek gebeurt via het formulier een 'verzoek bijzondere situatie' of een 'verzoek bijzonder vermogen' als het gaat om vermogen dat niet moet worden meegeteld.
Bron: Belastingdienst
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht