Is a provision of national law such as Article 175(2), point 3, DOPK, which requires domestic companies which pay out income subject to withholding tax to pay interest for the period from the point at which the time limit laid down for the payment of the tax on such income expires until the day on which a non-resident company established in another Member State furnishes evidence that the requirements for the application of a double taxation convention have been fulfilled, including in cases in which, pursuant to the convention, no such tax or a lower amount thereof is to be paid, compatible with Articles 5(4) TEU and 12(b) TEU?
Gerelateerde artikelen
Beperkingen proceskostenvergoedingen in WOZ- en BPM-zaken toelaatbaar
De Hoge Raad oordeelt dat de beperkingen in de proceskostenvergoedingen uit de per 1 januari 2024 ingevoerde Wet herwaardering proceskostenvergoeding WOZ en BPM niet in strijd zijn met het discriminatieverbod en EU-recht. De beperkingen van de proceskostenvergoeding gelden volgens de Hoge Raad echter niet voor gevallen waarin de rechtsbijstand kennelijk niet de kenmerken heeft van ‘no cure, no pay’.
DAC7: online platformen versturen activiteitenoverzicht aan verkopers
Deze maand versturen platformen een overzicht aan verkopers die in 2024 actief waren op hun platform. Het gaat om een activiteitenoverzicht als gevolg van de DAC7-verplichting aan de Belastingdienst. Het gaat om verkopers die in 2024 (tweedehands) spullen verkochten, transportmiddelen of onroerend goed verhuurden, of persoonlijke diensten leverden op online platformen.
Autoriteit Persoonsgegevens uit serieuze zorgen over privacyorganisatie Belastingdienst
De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) uit serieuze zorgen over onduidelijkheden rondom het beleggen van verantwoordelijkheden en de invulling van taken, en de gebrekkige centrale regie. Dit blijkt uit de documentatie die staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën meestuurt met een Kamerbrief over adviezen van de AP over de privacyorganisatie van de Belastingdienst.
Nationale lagere rechters zijn bevoegd om BPM aan EU-recht te toetsen (HR: niet-ontvankelijk)
Hof Den Haag oordeelt dat de lagere rechters verplicht zijn om het nationale recht in situaties waarin het EU-recht van toepassing is zoveel mogelijk in overeenstemming met het EU-recht uit te leggen en de beginselen daarvan te respecteren. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Baskische teruggaafregeling voor bronbelasting strijdig met EU-recht
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Spanje in strijd met het EU-recht handelt doordat het autonome Baskenland geen bronbelasting teruggeeft aan het verlieslatende Credit Suisse, een niet-ingezeten vennootschap. Een ingezeten vennootschap heeft in een verliessituatie namelijk wel recht op teruggaaf.
Nieuw fiscaal thema over accijnzen
De Nederlandse accijnswetgeving is hoofdzakelijk op de Europese accijnswetgeving gebaseerd. Specialist Laurens van Drie behandelt dit onderwerp in een nieuw fiscaal thema 'Accijnzen'.