In haar tijd als staatssecretaris van Sociale Zaken zag Tamara van Ark een "veelheid aan problemen" met het toeslagenstelsel. Maar in die lijst kwam de harde uitwerking van de regels voor ouders die hun eigen bijdrage niet volledig hebben betaald niet voor. "Dat vind ik nu heel erg", zegt Van Ark. "Ik heb de eerste afslag gemist."
Een ondervragingscommissie die onderzoek doet naar de politieke verantwoordelijkheid voor de toeslagenaffaire, hoorde Van Ark woensdagochtend onder ede over haar rol daarin. De commissie kijkt niet alleen naar de ontspoorde fraudejacht, maar ook naar de ouders die in de knel zijn gekomen door de strenge toeslagenwet. Die schreef voor dat ouders enorme bedragen aan ontvangen kinderopvangtoeslag moesten terugbetalen als zij niet volledig de eigen bijdrage hebben betaald, terwijl de eigen bijdrage een veel kleiner bedrag is.
"Het is wrang dat het grote thema waar uw commissie nu onderzoek naar doet, geen onderdeel was van de informatie die ik heb gekregen", zegt Van Ark. In de dossiers die zij als kersverse bewindsvrouw in oktober 2017 zat, ging het niet over deze problemen met de toeslagen. Als staatssecretaris richtte ze zich vooral op schuldenproblematiek. Volgens de commissie is het opvallend dat een van de oorzaken van de schuldenproblemen, de 'alles-of-niets-benadering' van de toeslagenwet, niet door de bewindsvrouw werd onderzocht. De overheid is immers de grootste schuldeiser.
Van Ark keek ook naar kinderopvangtoeslag, maar dat ging vooral over de manier van uitkeren, die veel problemen met zich meebracht. De kinderopvangtoeslag wordt voorgeschoten. Het precieze bedrag waar ouders in een bepaalde periode recht op hadden wordt later vastgesteld. In veel gevallen moet er nog worden bijbetaald omdat ouders niet genoeg kregen, of kregen ze juist te veel, waardoor ze later nog een 'correctiebedrag' moesten terugbetalen.
Compensatie
Verder vertelde Van Ark dat ze het besluit om de groep gedupeerde toeslagenouders die in de zomer van 2019 in beeld waren al snel te compenseren, niet heeft geblokkeerd. Het ministerie van Financiën en toenmalig verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel, zijn zelf tot het besluit gekomen om toen nog niet te compenseren, aldus Van Ark. De afgelopen weken werd in verhoren opgetekend welke bezwaren haar ministerie van Sociale Zaken maakte tegen de poging om een eerste groep van vele tientallen ouders al vroeg te compenseren. Dat gebeurde uiteindelijk pas na het onderzoek van de commissie-Donner, die eind 2019 de eerste bevindingen publiceerde.
In eerste instantie was Van Ark enthousiast over het plan van Snel om alvast te compenseren, maar enkele dagen later strandde het voorstel in de aanloop naar de ministerraad. De commissie wilde weten welke rol Van Ark en haar departement daarin hebben gespeeld.
De ambtenaren van Sociale Zaken hadden inderdaad bezwaren tegen het direct compenseren, geeft de bewindsvrouw toe. Ook vond zij het zelf belangrijk dat de commissie-Donner er kwam. "Maar ik heb niet op voorhand daarop een blokkade gelegd", zegt Van Ark. Dat er tussen Financiën en Sociale Zaken onderling werd gediscussieerd over wie de rekening voor de compensatie moest betalen, wist ze toen nog niet.
Wel heeft Van Ark met haar collega Snel besproken dat er nog wat haken en ogen aan zijn eerste voorstel zaten. Maar ze heeft naar eigen zeggen geen druk uitgeoefend om het voorstel van tafel te halen. En het is uiteindelijk aan het verantwoordelijke departement zelf, Financiën in dit geval, om daarover een beslissing te nemen, aldus Van Ark.
Tijdens zijn eigen verhoor beaamde Snel dat Van Ark hem steunde. De bewindsvrouw heeft hij altijd "als medestander gezien". In de ministerraad wist Snel al dat hij een compensatie wilde regelen. "De vraag was niet 'of', maar 'hoe'." Dat hij uiteindelijk besloot te wachten op de commissie "was mijn call. Ik vond het niet af, niet klaar".
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet