Nadat de Tweede Kamer het wetsvoorstel ter verbetering van de executoriale verkoop van onroerende zaken ("Wetsvoorstel executieveilingen") op 15 april 2014 met algemene stemmen heeft aangenomen, ligt het Wetsvoorstel executieveilingen thans ter behandeling bij de Eerste Kamer. Minister Opstelten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft op 16 september jongstleden een reactie gegeven op het voorlopig verslag dat de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Eerste Kamer ten aanzien van het Wetsvoorstel aan de regering had voorgelegd.
Memorie van Antwoord minister Opstelten
In zijn reactie op het verslag geeft minister Opstelten aan dat hij streeft naar een inwerkingtreding van het Wetsvoorstel executieveilingen op 1 januari 2015. De nieuwe regels zullen alleen gaan gelden voor executieveilingen die worden aangekondigd na de datum van inwerkingtreding van het Wetsvoorstel executieveilingen. De datum van aanzegging van de executieveiling aan de belanghebbenden is daarbij bepalend.
Het Wetsvoorstel executieveilingen in het kort
Het doel van het Wetsvoorstel executieveilingen is het transparanter en toegankelijker maken van executieveilingen van onroerende zaken voor particulieren. In het Wetsvoorstel executieveilingen wordt in dit kader het gebruik van internet als centraal onderdeel van de veiling wettelijk mogelijk gemaakt. Het idee hierachter is dat via internet een executieveiling makkelijker toegankelijk is voor meer mensen, hetgeen de opbrengst op de executieveiling ten goede zal komen.
Het Wetsvoorstel executieveilingen voert tevens vereenvoudigingen door die de kosten van de executieveiling - voor een koper van een tot woning bestemde onroerende zaak - moeten drukken en laagdrempeligheid bevorderen. Deze vereenvoudigingen leiden onder andere tot een uitbreiding van de bevoegdheid van de notaris bij de executieveiling. Zo wordt de notaris in het Wetsvoorstel executieveilingen bevoegd om een verzoek tot onderhandse verkoop bij de voorzieningenrechter in te dienen en zal de notaris gerechtigd worden om het verzoek tot inroepen van
het beheer- en ontruimingsbeding, de goedkeuringsverklaring van artikel 3:270 Burgerlijk Wetboek en de verklaring teniet gaan hypotheken van artikel 3:273 lid 2 BW in te dienen.
Naast bovenvermelde punten worden in het Wetsvoorstel executieveilingen onder andere de volgende wijzigingen voorgesteld:
- de wijze van aankondiging van de executieveiling wordt aangepast, namelijk via een of meerdere toegankelijke websites in plaats van aanplakking volgens plaatselijk gebruik en door aankondiging in een plaatselijk verspreid dagblad;
- het risico van de onroerende zaak zal overgaan per het moment dat de gunningsakte wordt ingeschreven in de openbare registers;
- de veilingvoorwaarden dienen eerder bekend te worden gemaakt: van 8 dagen naar 30 dagen voor de veiling;
- de kosten die voor rekening komen van de koper van een tot bewoning bestemde onroerende zaak worden gelimiteerd en dienen vooraf naar beste weten bekend te worden gemaakt;
- voor een beroep op het ontruimingsbeding is
- net als bij een beroep op het beheerbeding - machtiging van de voorzieningenrechter nodig;
- de machtiging van de voorzieningenrechter tot het onder zich nemen van het registergoed behelst tevens de verplichting van de hypotheekgever en de zijnen tot ontruiming;
- er wordt een nieuw hypotheekbeding ingevoerd waarmee de hypotheekgever zich verplicht om mee te werken aan de bezichtiging van de onroerende zaak door potentiële kopers;
- bij een tot bewoning bestemde onroerende zaak wordt de hypotheekhouder verplicht een beroep te doen op het huurbeding, tenzij er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat geen andere personen dan hypotheekgever en de zijnen aanwezig zijn in de onroerende zaak;
- ook een executoriaal beslaglegger krijgt de mogelijkheid om een verzoek tot onderhandse verkoop in te dienen bij de voorzieningenrechter.
Bron: Van Doorne
4