Bij verkoop van een woning met gedeeltelijke kwijtschelding van de koopsom is er geen sprake van schenking van een deel van de woning. Bij het vaststellen van de hoogte van de schenking is de WOZ-waarde van de woning niet van belang. De verschuldigde overdrachtsbelasting komt in mindering op de schenkbelasting.
Dat blijkt uit een uitspraak van de
Hoge Raad (26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:319 en R.T.A. Pak, WOZ-waarde woning niet beslissend bij kwijtschelding deel koopsom, TaxVisions editie 4 maart 2016). De zaak verloopt als volgt. Een dochter koopt in 2010 een woning van haar ouders. De koopsom van de woning is € 250.000. De ouders schelden in de leveringsakte een deel van de koopsom (€ 40.000) kwijt. De dochter betaalt € 15.000 overdrachtsbelasting (€ 250.000 x 6%; het verlaagde tarief van 2% gold indertijd nog niet).
De inspecteur stelt dat de schenking € 48.000 bedraagt. Hij is namelijk van mening dat er sprake is van een samenstel van rechtshandelingen. Daardoor is per saldo een deel van de woning geschonken en dan is volgens het waarderingsvoorschrift van artikel 21 lid 5 SW de WOZ-waarde het uitgangspunt. Omdat de WOZ-waarde € 258.000 bedraagt en de dochter maar € 210.000 betaalt, is de schenking € 48.000.
De rechtbank en het hof zijn het daar mee eens. De Hoge Raad oordeelt echter dat er ondanks het samenstel van rechtshandelingen geen sprake is van schenking van een woning. De woning is immers verkocht tegen de waarde in het economisch verkeer (€ 250.000). Dat een deel van de koopsom is kwijtgescholden heeft niet tot gevolg dat de woning het object van de schenking is. De schenking bedraagt dus € 40.000. De Hoge Raad bevestigt wel het oordeel van het hof dat de overdrachtsbelasting -voor zover die betrekking heeft op de belastbare schenking- in mindering komt op de schenkbelasting.
Belang voor de praktijk
Het verschil in de berekening van de omvang van de schenking doet zich alleen voor als de WOZ-waarde afwijkt van de waarde in het economische verkeer. Daar is al enkele jaren sprake van. Door de economische crisis zijn huizenprijzen fors gedaald. De daling van de WOZ-waarde bleef daarbij achter. De adviespraktijk is met deze duidelijke uitspraak dan ook zeer gebaat.
Het is opmerkelijk dat de Hoge Raad voor wat betreft de omvang van de schenking geen betekenis toekent aan het samenstel van rechtshandelingen, terwijl het dat voor het toepassen van de anti-samenloopregeling wel doet.
De anti-samenloopregeling is neergelegd in artikel 24 lid 2 SW. De strekking van deze bepaling is het voorkomen van dubbele heffing (schenkbelasting en overdrachtsbelasting) over hetzelfde bedrag. Die regeling werkt in deze casus als volgt uit.
Schenking | € 40.000 |
Af: vrijstelling | € 5.000 |
Belastbare schenking | € 35.000 x 10% | = € 3.500 |
Af: Overdrachtsbelasting | € 35.000 x 6% | = € 2.100 |
Verschuldigde schenkbelasting | | € 1.400 |
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
18