Afgelopen donderdag heeft de Tweede Kamer gedebatteerd over de afschaffing van de precariobelasting op openbare netwerken.
De voorgestelde wijziging van minister Plasterk op het wetsvoorstel tot afschaffing van de precariobelasting leidt ertoe dat gemeenten de komende tien jaar nog minstens 30 miljoen euro jaarlijks aan precario op drinkwaterleidingen gaan innen. Precario is een belasting voor het hebben van kabels en leidingen in de gemeentegrond. Alle gemeenten die op 10 februari 2016 een precarioverordening hadden komen na deze wijziging in aanmerking voor de overgangsregeling, ook al hieven zij niet eerder precario. De overgangsregeling staat gemeenten toe nog tien jaar lang deze ongewenste en ondoorzichtige belasting op te leggen aan de drinkwaterbedrijven.
Kamer: overgangstermijn inkorten
De wijziging van het wetsvoorstel staat haaks op de wens van de Kamer om snel een einde te maken aan precariobelasting op nutsnetwerken en een halt toe te roepen aan de ongeremde forse groei van deze belasting. In aanloop naar het debat van donderdag hebben de Kamerleden Veldman (VVD) en Fokke (PvdA) daarom een amendement ingediend waarmee de door de minister gewenste overgangstermijn van tien jaar wordt teruggebracht naar vijf jaar. Kamerlid Amhaouch (CDA) heeft een amendement ingediend om de overgangstermijn in te korten tot twee jaar.
Deze Kamerleden zijn van mening dat ook met een kortere overgangsperiode gemeenten voldoende mogelijkheden hebben om het effect van het afschaffen van precariobelasting op te vangen. Vewin (Vereniging van waterbedrijven in Nederland) is het met deze Kamerleden eens dat de overgangstermijn verkort moet worden. Vewin vindt dat de overgangsregeling alleen van toepassing mag zijn op gemeenten die daadwerkelijk inkomsten derven en dat sprake moet zijn van afbouw van precario in de overgangstermijn.
Drinkwaterrekening fors hoger door belasting
De precariobelasting op waterleidingen is de drinkwaterbedrijven al jaren een doorn in het oog, omdat zij deze kosten moeten doorberekenen aan hun klanten. Dit leidt vaak tot forse verhoging van de drinkwaterfactuur, terwijl drinkwater een eerste levensbehoefte is.
De Kamer stemt op 21 februari over het wetsvoorstel.
Bron: Vereniging van waterbedrijven in Nederland
0