Het Centraal Aanspreekpunt pensioenen (CAP) van de Belastingdienst heeft op 4 april 2018 een reeks vragen en antwoorden gepubliceerd, onder meer over de omzetting van een oudedagsverplichting (ODV) in een lijfrente.

Hierna volgt een greep uit de vragen en antwoorden van het CAP van 4 april 2018.

V&A 17-008 ODV in de uitkeringsfase omzetten in een lijfrente

Volgens het CAP is het mogelijk de ODV om te zetten in een lijfrente, ook als de ODV al in de uitkeringsfase zit. In het antwoord wordt verwezen naar onderdeel 5.4 van het besluit van 24 november 2017, nr. 2017-126948 waarin dit onder voorwaarden is goedgekeurd.

V&A 18-004 ODV gedeeltelijk omzetten in een lijfrente

Volgens het CAP is het mogelijk om een nog niet-ingegane ODV gedeeltelijk om te zetten in een lijfrente. Is de ODV reeds in de uitkeringsfase beland, dan is gedeeltelijke omzetting niet mogelijk. Het besluit waarin de omzetting van de ODV in de uitkeringsfase is goedgekeurd, stelt immers als voorwaarde dat de ODV volledig wordt omgezet in een lijfrente. Zie V&A 17-008.

V&A 17-009 Afwikkeling ODV bij onderdekking

Onder voorwaarden is het mogelijk om op het moment dat de dga de AOW-leeftijd bereikt de aanwezige bezittingen van het eigenbeheerlichaam in het kader van de afwikkeling van de ODV te gebruiken voor de verkrijging van een lijfrente, het eigenbeheerlichaam te liquideren en het resterende deel van de ODV prijs te geven zonder heffing van loon- en inkomstenbelasting.

V&A 17-021 Gedeeltelijk prijsgeven ODV

Het CAP geeft aan dat een dga in bepaalde situaties de ODV vanwege de onderdekking bij ingang van de ODV-termijnen gedeeltelijk kan prijsgeven met een beroep op artikel 19b, achtste lid, Wet LB (tekst 2016). Dat kan ook als de pensioeningangsdatum met toepassing van artikel 18a Wet LB wordt vervroegd. Zie V&A 17-030.

V&A 12-008 Gevolg van dividenduitkering voor de ODV

Het CAP geeft aan dat het terugbetalen van aandelenkapitaal of het uitkeren van dividend gevolgen kan hebben voor de fiscale behandeling van een door de BV uitgevoerde pensioen- of loonstamrechtovereenkomst of ODV.

V&A 17-017 Omzetten ingegaan partnerpensioen in een ODV

De ODV-uitkeringen mogen pas gaan lopen vanaf de voor de ODV-gerechtigde geldende AOW-leeftijd minus 5 jaar. Als de nabestaande deze minimale leeftijd bij de omzetting van de pensioenaanspraak in de ODV nog niet heeft bereikt, kunnen de ODV-uitkeringen niet direct ingaan. De ODV-uitkeringen kunnen pas ingaan op het moment dat de nabestaande de voor hem/haar geldende AOW-leeftijd minus 5 jaar bereikt. Wel is het mogelijk de ODV om te zetten in een direct ingaande ‘levenslange’ bancaire of verzekerde lijfrente.

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden

De versie van 4 april jl. vervangt de versie van 13 oktober 2017. Bij de beantwoording van vraag 2 is de mogelijkheid om de ODV in de uitkeringsfase om te zetten in een lijfrente toegevoegd. Voor het overige betreft vooral tekstuele wijzigingen die de leesbaarheid ten goede komen.

Belang voor de praktijk

De ODV kan geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een lijfrente. Voor gedeeltelijke omzetting is echter de voorwaarde gesteld dat de ODV nog niet in de uitkeringsfase is beland.

Er zit wel nog een addertje onder het gras. De lijfrenteregels schrijven namelijk voor dat de (tijdelijke) oudedagslijfrente niet later mag ingaan dan het jaar waarin de dga de AOW-leeftijd bereikt, vermeerderd met 5 jaar. Als de dga op leeftijd 67 AOW-gerechtigd wordt, dan kan hij uiterlijk nog afstorten in het jaar waarin hij 72 wordt. Daarna is omzetting in een lijfrente dus niet meer mogelijk. Voor stakende IB-ondernemers is op deze leeftijdseis een uitzondering gemaakt. Zie onderdeel 2 van het Besluit lijfrenten in de winstsfeer. Een soortgelijke goedkeuring zou op zijn plaats zijn voor de omzetting van een ODV in een lijfrente.

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting

37

Gerelateerde artikelen