Voor de toepassing van de 80%-regeling bij afkoop van een goudenhanddrukstamrecht is de waarde van de aanspraak relevant, niet de feitelijke afkoopsom. Dat beslist de rechtbank in Den Haag.

De zaak (13 november 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:15629) gaat over de waardering voor de loonheffing van een in 2014 afgekocht goudenhanddrukstamrecht. Met ingang van 2014 is het sanctieregime, onder andere bij afkoop, versoepeld:

  • Er wordt geen revisierente meer in rekening gebracht.
  • Afkoop is niet langer een verboden handeling.

Verder is de zogeheten 80%-regeling geïntroduceerd. Bij volledige afkoop is 80% van de afkoopsom belast. De overige 20% blijft onbelast. Deze 80%-regeling gold alléén voor het jaar 2014. Bij gedeeltelijke afkoop wordt niet langer, zoals voorheen, de gehele waarde van het stamrecht in de heffing betrokken, maar slechts het gedeelte dat wordt afgekocht.

In de procedure voor Rechtbank Den Haag gaat het om iemand die in 2005 een ontslagvergoeding van zijn werkgever ontvangt. Hij bedingt hiervoor een goudenhanddrukstamrecht bij een eigen stamrecht-BV. In 2014 keert de BV het stamrechtkapitaal van € 519.964 één keer aan hem uit. De bedrijfseconomische waarde van het stamrecht bedraagt op dat moment € 546.740. In geschil is wat de grondslag voor de loonheffing moet zijn:

  1. 80% x € 546.740 = € 437.392 (standpunt inspecteur); of
  2. 80% x € 519.964 = € 415.971 (standpunt BV)

De rechtbank stelt de inspecteur in het gelijk. Het gaat bij toepassing van de 80%-regeling om de waarde van de aanspraak (artikel 39f lid 3 Wet LB 1964). Relevant is het bedrag dat de BV zou moeten storten om de aanspraak bij een derde onder te brengen. De rechtbank verwijst hierbij naar artikel 13 lid 5 Wet LB 1964 en artikel 3.12 lid 1 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011. Het is voor de bepaling van de hoogte van het belastbaar loon niet van belang of de BV voldoende middelen heeft om tot dat bedrag uitkeringen te doen. De tekst van artikel 39f Wet LB 1964 is met ingang van 2015 gewijzigd.

Belang voor de praktijk

Er kunnen geen nieuwe goudenhanddrukstamrechten meer ontstaan. Wel kan er nog ‘geshopt' worden met bestaand stamrechtkapitaal. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een in eigen beheer gehouden goudenhanddrukstamrecht af te storten bij een verzekeraar, zowel voor de uitstelfase, de uitkeringsfase als een combinatie van die twee. Uiteraard binnen de grenzen van de wet. Zo moeten de termijnen van een goudenhanddrukstamrecht uiterlijk ingaan in het jaar waarin de stamrechthouder de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

In deze procedure gaat het om een BV met een verplichting die hoger is dan de middelen die daar tegenover staan. Het verschil is hier niet erg groot, maar in de praktijk komen we wel schrijnendere situaties tegen. De vraag daarbij is dan hoe dat komt. Is er wel met de nodige zorgvuldigheid met de gelden omgegaan? Zo niet, dan zou de bestuurder wellicht een verwijt te maken zijn. Als hij (door zichzelf) aansprakelijk moet worden gehouden moet hij er maar voor zorgen dat het geld weer terug komt in de BV. Een pensioen-, lijfrente- of stamrechtverplichting in eigen beheer uitvoeren is geen loterij zonder nieten.

Afkoop van een goudenhanddrukstamrecht is ook nu nog toegestaan. Wie van die mogelijkheid gebruik wil maken, moet zich wel realiseren dat de ontvangen afkoopsom inkomen vormt in box 1. Het kan zijn dat de afkoopsom (deels) in een hogere tariefschijf is belast. Ook kunnen uitstralingseffecten optreden, bijvoorbeeld voor de ontvangst van de huurtoeslag, de zorgtoeslag of het kindgebonden budget.

Toepassing van de middelingsregeling kan de fiscale pijn mogelijk wat verzachten. Als iemand een sterk wisselend inkomen box 1-inkomen heeft, dan betaalt hij waarschijnlijk in totaal meer belasting dan wanneer hij het inkomen gelijkmatig verdeeld ontvangt. Bij toepassing van de middelingsregeling wordt het gemiddelde inkomen over drie aaneengesloten kalenderjaren berekend. Vervolgens wordt de belasting per jaar berekend. Als deze belastingbedragen lager zijn dan die van de aanslagen, dan kan de belastingplichtige mogelijk recht hebben op een teruggaaf.
 

 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

9

Gerelateerde artikelen