Per 1 januari 2022 veranderen de verliesverrekeningsregels in de VPB. Die verandering heeft gevolgen voor nog bestaande houdsterverliezen. Een definitief einde per 1 januari 2028 is veranderd in een onbeperkt voortbestaan. Daarom pleit Dennis Post in het Weekblad Fiscaal Recht voor een belastingkorting voor houdsterverliezen. 

Afschaffing en overgangsrecht

De regeling voor houdsterverliezen in de VPB is in 2019 afgeschaft. Er geldt nog wel overgangsrecht. Houdsterverliezen van vóór 1 januari 2019 zijn nog negen jaar, dus tot maximaal 1 januari 2028, verrekenbaar. Dat was althans de bedoeling van het overgangsrecht. De nieuwe verliesverrekeningstemporisering in de VPB brengt hier verandering in.

Nieuwe verliesverrekeningsregels

Die temporisering gaat in per 1 januari 2022. Dan geldt in de VPB een in tijd onbeperkte voorwaartse verliesverrekening, met de restrictie dat verliezen tot een bedrag van € 1 miljoen aan belastbare winst volledig verrekenbaar zijn, terwijl van het meerdere slechts 50% verrekenbaar is. Het restantverlies schuift met eenzelfde temporisering door naar een volgend jaar.

Een onbeperkt voortbestaan

De nieuwe verliesverrekeningsregels per 2022 gelden ook voor de dan nog verrekenbare verliezen uit 2013 en volgende jaren. Daaronder vallen ook houdsterverliezen, schrijft auteur Post in zijn column voor het Weekblad Fiscaal Recht (WFR). “Hoewel houdsterverliezen aanvankelijk langzaam maar zeker per 1 januari 2028 ook echt zouden verdwijnen, blijven deze nu toch weer voortbestaan. En zelfs onbeperkt naar de toekomst, als de wetgever de verliesverrekeningsregels niet opnieuw wijzigt.”

Een ongewenste situatie

Dat bestaande houdsterverliezen ineens weer onbeperkt voorwaarts verrekenbaar zijn, en zelfs met temporisering, vindt Post ongewenst, zeker nu dergelijke ‘zombie-verliezen’ in de meeste gevallen zéér moeilijk verrekenbaar zullen zijn. Daarom voert hij een pleidooi voor een belastingkorting voor alle houdsterverliezen, zoals we dat ook kennen in de inkomstenbelasting waar een onverrekend verlies uit aanmerkelijk belang kan worden omgezet in een belastingkorting in box 1.

Drie vormen

In zijn column doet Post alvast een voorzet van hoe een dergelijke belastingkorting voor houdsterverliezen eruit kan zien. Hij schetst drie varianten. In de eerste variant worden de onverrekende houdsterverliezen per 1 januari 2022 aangemerkt als regulier VPB-verlies met desgewenst een ‘afslag’. De tweede variant zet de houdsterverliesregeling om in een belastingkorting van 15% gelijk het opstaptarief voor de VPB. In de derde variant wordt de doelmatigheidsdrempel van € 1 miljoen verhoogd met het bedrag of een percentage van de houdsterverliezen.

Belastingkorting een goed idee

Post realiseert zich dat er meer varianten denkbaar zijn en dat een belastingkorting mogelijk eenmalig tot een administratieve lastenverzwaring leidt. “Ik denk dat belastingplichtigen deze extra administratieve lasten graag voor lief nemen ten faveure van het (onbeperkt) naar de toekomst moeten monitoren van houdsterverliezen. En met de invoering van een belastingkorting kan de wetgever eindelijk bewerkstelligen wat al veel langer werd beoogd: het definitief ten grave dragen van de houdsterverliesregeling! Wie kan daar nou op tegen zijn?”

 

------------------------------------------

Lees het hele commentaar in Weekblad Fiscaal Recht WFR 2021/23

 

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws, Navigatornieuws

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

23

Gerelateerde artikelen