Een belastingplichtige vraagt een saldoverklaring aan. Op de website van de Belastingdienst staat dat de Belastingdienst niet beschikt over gegevens uit de jaren vóór 2005. Toch betrekt de Belastingdienst ongevraagd gegevens over deze jaren toch in de beoordeling. Dat is niet terecht, zo stelt de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven.

Een man verzoekt de Belastingdienst om afgifte van een verklaring niet afgetrokken lijfrentepremies (saldoverklaring) over de jaren 2005, 2006 en 2015 tot en met 2018, omdat hij in die jaren niet alle lijfrentestortingen voor de heffing van inkomstenbelasting heeft afgetrokken. De Belastingdienst weigert de afgifte van de saldoverklaring.

Volgens de Belastingdienst heeft de man namelijk in totaal meer lijfrentepremies afgetrokken dan hij heeft betaald. De Belastingdienst heeft daarbij de periode 2001 tot en met 2004 mede in de beoordeling betrokken. Volgens de man is dat niet terecht. Volgens informatie op de website van de Belastingdienst beschikt de Belastingdienst namelijk helemaal niet meer over gegevens van die jaren (deze informatie op de website is overigens inmiddels aangepast). Na zich hierover te hebben beklaagd, geeft de klachtbehandelaar aan dat de afdeling die de saldoverklaringen verstrekt niet verantwoordelijk is voor de informatie op de website van de Belastingdienst. Uiteindelijk krijgt de man alsnog de gevraagde saldoverklaring, waarbij de jaren 2001 tot en met 2004 niet zijn meegenomen.

De man beklaagt zich bij de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven van de Tweede Kamer over de gang van zaken. De commissie oordeelt (Kamerstukken 2020/21 II, 35 586, nr. 6) dat een burger mag uitgaan van de juistheid van de informatie op de website van de Belastingdienst. Een burger heeft er geen boodschap aan dat de afdeling die saldoverklaringen afgeeft, niet gaat over internetteksten. Een klacht over onjuiste informatievoorziening zou in het vervolg dan ook direct gegrond moeten worden verklaard.

Belang voor de praktijk

Er gaat veel meer schuil achter deze ogenschijnlijk eenvoudige zaak. Ja, natúúrlijk moet een burger kunnen vertrouwen op overheidsinformatie. Als die niet juist is, is dat niet het probleem van de burger maar van de betreffende overheidsinstantie. Volkomen terecht dan ook dat de bewuste saldoverklaring alsnog is afgegeven.

Maar waar gaat het nu écht om? De man vraagt een saldoverklaring voor een aantal jaren en de Belastingdienst trekt daar uit eigen beweging een aantal andere jaren ongevraagd bij. Mag dat? Naar onze mening niet. Als het waar is dat de man in de jaren 2001 tot en met 2004 lijfrentepremies heeft afgetrokken die hij niet heeft betaald (stelling Belastingdienst, niet onderbouwd weersproken door de man), dan lag het op de weg van de Belastingdienst om deze geclaimde premieaftrek bij het opleggen van de aanslag niet toe te laten. Lijfrente-uitvoerders renseigneren tenslotte niet voor niets jaarlijks de (in beginsel aftrekbare) lijfrentestortingen. Daar moet de Belastingdienst dan wel iets mee doen. Er heeft echter geen correctie van de aangiften over de jaren 2001 tot en met 2004 plaatsgevonden.

Onder voorwaarden kan de Belastingdienst vervolgens nog gedurende een periode van vijf jaar navorderen. En daarna houdt het op. Door de saldoverklaring te weigeren, vindt in feite op vermomde wijze alsnog navordering plaats. Dat achten wij niet in de haak. Uit het verslag van de commissie maken wij op dat de staatssecretaris nog op deze problematiek terugkomt. Wij zien zijn reactie met belangstelling tegemoet.

Een ander punt is nog het volgende. Uit het verslag van de commissie blijkt haarfijn wat de juridische status van een saldoverklaring is. De Belastingdienst verleent hiermee een dienst aan de belastingplichtige, maar het heeft geen officiële status. Het is, juridisch bezien, geen beschikking. Daarmee heeft de belastingplichtige ook geen bezwaar- en beroepsmogelijkheid als hij het niet eens is met de saldoverklaring, of tegen de weigering van de Belastingdienst er een af te geven. Dat moet anders, vinden wij.

Wat ons betreft krijgt de saldoverklaring alsnog de status van beschikking, zodat hiertegen een normale rechtsgang openstaat. Dan hoeft een burger voor zijn klacht ook niet te rade te gaan bij de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven van de Tweede Kamer.

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting

5

Gerelateerde artikelen