Op 13 november heeft de Tweede Kamer ingestemd met het Belastingplan 2015. Tijdens de parlementaire behandeling zijn er nog enkele wijzigingen aangebracht. We hebben de belangrijkste zaken op het gebied van de loonbelasting op een rijtje gezet.
'Gebruikelijk loon' veranderd
De regeling die ingaat op 'gebruikelijk loon' gaat veranderen. Ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, wordt vanaf 2015 het loon ten minste gesteld op het hoogste van de volgende bedragen:
- 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van het lichaam, of met het lichaam verbonden lichamen;
- € 44 000.
Nu geldt dat het loon tenminste 70% bedraagt van een loon van een soortgelijke dienstbetrekking. Dit percentage gaat omhoog naar 75% in 2015. Ook wordt het loon gerelateerd aan een dienstbetrekking die het meest lijkt op de dienstbetrekking waar het om gaat.
De term "lichaam" of "daarmee verbonden lichamen" wordt niet uitgebreid naar belangen waarop de deelnemingsvrijstelling uit de vennootschapsbelasting van toepassing is. Deze ongewenste uitbreiding van een in de praktijk conflictgevoelige regeling is hiermee van de baan.
Wordt de bewijslastverdeling omgekeerd?
Er is veel discussie ontstaan of de bewijslastverdeling nu wel of niet wordt omgekeerd. De belastingdienst krijgt vanaf volgend jaar de verplichting om op basis van objectieve criteria aannemelijk te maken dat 75% van het loon in de meest vergelijkbare dienstbetrekking hoger ligt dan de salarisnorm. Hierbij kan gedacht worden aan vermelding van de branche, de grootte van het bedrijf uitgedrukt in bijvoorbeeld werknemers of omzet, het werkpakket en de verantwoordelijkheden. De achterliggende gedachte hierbij is dat de bewijslastverdeling tussen belastingplichtigen en de belastingdienst meer in evenwicht moet worden gebracht.
De overgangsregeling vervalt
De oorspronkelijk in het belastingplan opgenomen 'overgangsregeling' vervalt. Alle bestaande afspraken met de belastingdienst die lager liggen dan de salarisnorm van € 44.000 blijven gelden. Liggen de afspraken boven deze norm dan vervallen deze. Belastingplichtigen kunnen in dat geval volstaan met het aanpassen van de afspraken met 70% naar 75%. Belangrijk voor de praktijk is dus of er afspraken zijn en zo ja, hoe deze luiden.
Dit geldt met name voor afspraken die in het verleden gemaakt zijn zonder toepassing van de gebruikelijkheidsnorm van 30%. Het is de vraag of ook de verplicht voorgeschreven indexering hierbij geldt. We kunnen niet uitsluiten dat de nieuwe wetgeving juist mogelijkheden biedt om het loon lager te stellen met behulp van het nieuwe criterium "meest vergelijkbare dienstbetrekking".
Hoe ziet de nieuwe werkkostenregeling eruit?
De werkkostenregeling wordt, zoals eerder aangekondigd, verplicht per 1 januari 2015. Daarnaast zijn een aantal wijzigingen voorgesteld met betrekking tot de werkkostenregeling in het Belastingplan 2015. Deze wijzigingen moeten deels nog worden uitgewerkt in de definitieve Uitvoeringsregeling Loonbelasting 2011.
De voorgestelde wijzigingen betreffen:
- De verlaging van de vrije ruimte;
- Een beperkte en strikte vorm van het noodzakelijkheidscriterium;
- Omzetting van een aantal werkplek gerelateerde voorzieningen in gerichte vrijstellingen;
- Herinvoering van een regeling voor onbelaste personeelskortingen;
- Invoering van een nieuwe en eenvoudigere afrekensystematiek;
- Introductie van een concernregeling voor de werkkostenregeling.
Om een aantal van de voorgestelde wijzigingen te kunnen financieren is voorgesteld de vrije ruimte te verlagen van 1,5% tot 1,2% van de fiscale loonsom. Dit betekent dat voor veel werkgevers de werkkostenregeling slechter uitpakt. Ook in samenhang bezien met de andere veranderingen.
Lees hier het bericht van BDO over de werkkostenregeling.
Personeelsleningen
Zowel onder de oude loonbelastingregels als onder de huidige regels van de werkkostenregeling geldt dat het voordeel van renteloze of laagrentende leningen onbelast is. Mits de rente aftrekbaar is in de inkomstenbelasting. In het Belastingplan 2015 is aangekondigd dat in de (nog te publiceren) Fiscale Verzamelwet 2015 deze regeling zal worden aangepast.
WBSO
De afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zal worden beperkt tot werkgevers die voor hun eigen bedrijfsuitoefening Speur- & Ontwikkelingswerkzaamheden verrichten. Voor kennisinstellingen komt de afdrachtvermindering S&O per 1 januari 2015 te vervallen, omdat de kennisinstellingen de subsidie niet altijd of onvoldoende doorgeven aan de opdrachtgevers.
Beschikking Geen Loonheffingen (BGL)
Dit wetsvoorstel beoogt de huidige regelgeving met betrekking tot de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) af te schaffen. Let op! Dit is dus een afzonderlijk wetsvoorstel, naast het Belastingplan 2015. Het wetsvoorstel moet nog behandeld worden. Wij verwachten dat het wetvoorstel het in de huidige vorm ook niet zal halen. Echter de Belastingdienst handelt alsof het wetsvoorstel wel al wet is:
'Er wordt aan personen die een VAR 2014 hebben, niet automatisch een VAR 2015 gezonden. Op de site van de Belastingdienst staat dat de VAR 2014, bij ongewijzigde feiten en omstandigheden (!) ook voor 2015 geldt, totdat de BGL gaat gelden'.
Toch adviseert BDO veiligheidshalve een nieuwe VAR 2015 aan te (laten) vragen. De jurisprudentie met betrekking tot het vertrouwen kunnen ontlenen aan uitlatingen op de site van de Belastingdienst en het Handboek Loonheffingen biedt een zeer wankele basis.
Bron: BDO
0