Een ambtenaar wordt uitgezonden naar het buitenland. Zij blijft binnenlands belastingplichtige. Desondanks is haar woning in Nederland geen eigen woning gebleven, oordeelt Hof Den Haag.
De zaak (3 februari 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:249) verloopt als volgt. Een vrouw, ambtenaar, heeft een eigen woning. Zij wordt in 2016 uitgezonden naar Moskou door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Haar zoon verhuist eerst mee naar Moskou. Later in 2016 keert hij terug naar de woning in Nederland. Vanaf 24 augustus 2016 staat hij ingeschreven op dit adres in de Basisregistratie Personen.
De vrouw merkt de woning in haar aangifte IB/PVV 2016 aan als eigen woning. De hypotheekrente trekt zij af. De inspecteur zet een streep door de renteaftrek. Er is volgens de inspecteur namelijk helemaal geen sprake van een eigen woning.
Daar sluit Hof Den Haag zich bij aan. Dat de vrouw als uitgezonden ambtenaar binnenlands belastingplichtige blijft, wil niet zeggen dat zij daarmee haar hoofdverblijf in Nederland heeft behouden. Bovendien kan zij geen gebruik maken van de uitzendregeling binnen de eigenwoningregeling (art. 3.111 lid 6 Wet IB 2001). Zij stelt de woning immers ter beschikking aan haar zoon.
Belang voor de praktijk
Wie wordt uitgezonden kan zijn woning blijven aanhouden als eigen woning. Het voordeel daarvan is dat de renteaftrek blijft doorlopen. Het nadeel daarvan is dat er een hoger eigenwoningforfait in aanmerking wordt genomen: in de regel 0,80% van de WOZ-waarde (art. 3.112 lid 5 Wet IB 2001). Een voorwaarde voor de toepassing van de uitzendregeling is dat de woning niet ter beschikking wordt gesteld aan derden. De zoon is voor deze regeling een derde. Maar er zijn uitzonderingen:
- De zoon heeft tot aan de uitzending tot het huishouden van zijn moeder behoord. Als hij was achtergebleven in de woning, had de uitzendregeling toegepast kunnen worden. Maar de zoon is hooguit van 2 juli 2016 tot 24 augustus 2016 met zijn moeder meegegaan naar Moskou. Dat kun je ook zien als een zomervakantie. Van het meeverhuizen van de zoon is in dat geval geen sprake. Naar onze mening had moeder het uitgangspunt dat de zoon was meeverhuisd naar Moskou nadrukkelijk moeten tegenspreken. Nu dat niet is gebeurd, neemt het hof als vaststaand feit aan dat de zoon is meeverhuisd. De uitkomst van de procedure zou wel eens heel anders geweest kunnen zijn als deze verhuizing expliciet was tegengesproken.
- Als de zoon als kraakwacht fungeert, kan de uitzendregeling toepassing vinden (HR 21 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX9090). Daarvan is in deze zaak geen sprake.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting