Rechtbank-Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Nederlandse woning van een uitgezonden beroepsofficier geen eigen woning meer is.
De zaak (16 december 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:8434) verloopt als volgt. Een beroepsofficier heeft een eigen woning in Nederland. Op de woning rust een eigenwoningschuld. Het ministerie van Defensie zendt hem vanaf 2010 uit naar Duitsland. Daar koopt hij een andere woning, die hij deels financiert met een lening. In zijn aangiften inkomstenbelasting over 2011 en 2012 geeft hij voor beide woningen het eigenwoningforfait op en trekt hij de betaalde hypotheekrente voor beide woningen af. Maar mag dat wel?
 
De uitzending van een beroepsmilitair naar het buitenland leidt er niet toe dat de beroepsmilitair buitenlands belastingplichtige wordt. Voor de inkomstenbelastingheffing wordt er net gedaan alsof de beroepsmilitair nog in Nederland woont. Dat wijkt af van de hoofdregel: als een werkgever een werknemer naar het buitenland uitzendt, wordt deze werknemer buitenlands belastingplichtige.
 
Een andere hoofdregel is dat je maar één eigen woning kunt hebben. De Wet IB 2001 kent een aantal uitzonderingen op deze hoofdregel. Bijvoorbeeld bij aankoop of verkoop van een andere woning of bij echtscheiding. Er is ook een uitzondering voor uitgezonden werknemers. Deze is opgenomen in artikel 3.111 lid 6 Wet IB 2001. De woning van de uitgezonden werknemer kan onder voorwaarden dan blijven kwalificeren als eigen woning. Het gaat hierbij om de volgende voorwaarden:
  1. de woning is al ten minste één jaar een eigen woning;
  2. de uitzending is tijdelijk;
  3. de woning wordt niet aan derden ter beschikking gesteld; en
  4. er mag geen andere eigen woning zijn.
Op dit laatste punt loopt het stuk. De beroepsmilitair heeft wél een andere eigen woning, namelijk de Duitse woning. Door zijn binnenlandse belastingplicht geniet de beroepsmilitair inkomsten uit deze Duitse eigen woning. Daardoor is de Nederlandse woning geen eigen woning meer. Woning en lening verhuizen naar box 3. De rente op de Nederlandse woning is niet aftrekbaar.

Belang voor de praktijk

Als de beroepsmilitair wel buitenlands belastingplichtige zou zijn geweest, zou de Duitse woning voor de Nederlandse inkomstenbelastingheffing geen eigen woning zijn geweest. Hij had dan wel een beroep kunnen doen op de uitzonderingsregel van het zesde lid van artikel 3.111 Wet IB 2001.
 
Een van de voorwaarden is dat de woning niet ter beschikking mag worden gesteld aan derden. Een studerende dochter, die tot dan toe tot het gezin behoort, mag wel in de woning blijven/gaan wonen. De woning blijft dan een eigen woning. De woning mag ook antikraak worden bewoond. Ook dan kan er nog steeds sprake zijn van een eigen woning.
 
Uitzending is niet beperkt tot uitzending naar het buitenland. Ook binnen de grenzen van het Koninkrijk kan er sprake zijn van uitzending en kan de betrokkene een beroep op deze regeling doen.
 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

3

Gerelateerde artikelen