De doorbelasting van managementdiensten binnen een multinational wordt in het OESO actieplan "Base Erosion and Profit Shifting" (BEPS) aangemerkt als uitholling van de belastinggrondslag. Een recent onderzoek van de consulting groep WTS heeft dergelijke doorbelastingen onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat al veel landen regels hebben over de fiscale behandeling van managementdiensten. Echter, de regels verschillen vaak van land tot land. Daarom is het aan te bevelen om daarop ingestelde transfer pricing documentatie te hebben om mogelijke dubbele belasting te voorkomen.

Focus op managementdiensten

Verrekenprijzen worden berekend ter verdeling van de kosten. Grensoverschrijdende kostenverdelingen binnen een multinational omvatten vaak ook managementdiensten zoals administratieve, technische en commerciële diensten die door het moederbedrijf worden verleend aan haar dochterondernemingen. Deze doorbelastingen zijn vaak een gemakkelijk doelwit voor Belastingdiensten tijdens boekenonderzoeken, omdat de juistheid van de doorbelasting van die diensten vaak onvoldoende is gedocumenteerd en daarom niet kan worden geverifieerd.
 
Het WTS onderzoek geeft inzicht in de behandeling van managementdiensten in 79 landen. Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat in bijna 80% van de landen er tijdens boekenonderzoeken al een duidelijke focus is van de autoriteiten op de doorbelasting van dergelijke diensten. Bovendien worden in veel landen dergelijke doorbelastingen belast met (bron)belastingen en/of zijn ze fiscaal niet aftrekbaar. Gezien het feit dat 75% van de 79 landen specifieke transfer pricing regelgeving heeft, is de vraag in hoeverre het OESO actieplan een verandering zal brengen in de behandeling van doorbelasting van diensten die daadwerkelijk zijn verricht.
 
"De meeste landen hebben al specifieke regels over de fiscale behandeling van verrekenprijzen – dit omvat ook managementdiensten. De verdeling van kosten van managementdiensten heeft een substantieel risico op conflicten: Waar in het ene land de verdeling van managementdiensten wordt aangemerkt als uitholling van de belastinggrondslag, kan een ander land dezelfde verdeling aanmerken als bescherming van de belastinggrondslag" legt Jan Boekel uit, WTS Nederland en auteur van het onderzoek.

Verschillende interpretaties van de OESO verrekenprijs richtlijn blijven

Ongeacht de uitkomst van het actieplan (dat midden 2013 werd gepresenteerd) verwachten wij dat de verschillen in lokale interpretatie van de OESO richtlijnen en de verschillen in lokale regelgeving zullen blijven. Het feit dat slechts 40% van de landen een ontwikkeld Advance Pricing Agreement (APA) programma kent, illustreert dat de verschillende belastingdiensten niet hetzelfde niveau van expertise over transfer pricing hebben. Er bestaan ook verschillende meningen over de toepasbaarheid van verrekenprijsmethoden, die ter berekening en documentatie van de verrekenprijzen dienen.
 
"Door middel van het actie plan probeert de OESO de fiscale behandeling van verrekenprijzen te uniformeren en meer transparantie te brengen voor belastingdiensten. We kunnen echter aannemen dat de voorgestelde richtlijnen steeds verschillend zullen worden geïnterpreteerd door de lokale autoriteiten. Daardoor zal het gevaar van mogelijke dubbele belastingen voor bedrijven blijven" merkt Maik Heggmair op, Head of Transfer Pricing bij WTS Duitsland.

Voorkoming van fiscale risico's en processen door adequate documentatie

Adequate documentatie van de juiste doorbelastingsystematiek is de beste manier om dubbele belastingen en de gang naar de rechter te voorkomen. Volgens het onderzoek is dergelijke documentatie aanbevolen in meer dan 90 procent van de landen; in 48 landen is het zelfs verplicht. De documentatie moet onderbouwen dat de doorbelasting een daadwerkelijk verrichte dienst vertegenwoordigt, die een voordeel voor de afnemer oplevert en die niet te hoog kan worden geacht. Om het zakelijke karakter van de doorbelasting te onderbouwen, is in meer dan 75 procent van de landen een benchmark studie op zijn minst aanbevolen, in 18 landen daarvan is het zelfs verplicht.
 
Samenvattend kunnen we concluderen dat er geen uniforme wereldwijd geaccepteerde manier is voor de doorbelasting van managementdiensten. Binnen het kader van het onderzoek, geeft WTS inzicht in de benadering die kan worden genomen om een system van doorbelastingen te bereiken die zou moeten worden geaccepteerd in tenminste twee derde van de deelnemende landen.
 
WTS onderzoek

Bron: WTS

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

5

Gerelateerde artikelen