Jaap Zwemmer ergert zich aan de gang van zaken rond de vertrekregeling bij de fiscus en stelt voor om bij belastingplichtigen die een naheffingsaanslag ex art. 32ba Wet LB 1965 hebben gekregen de boete kwijt te schelden.

Ingevolge artikel 32ba Wet LB 1964 wordt een uitkering ingevolge een regeling voor vervroegde uitkering als eindheffingsbestanddeel bij de inhoudingsplichtige belast naar een tarief van 52%. De Belastingdienst had zelf niet in de gaten dat de riante vertrekregeling voor belastingambtenaren als zo'n regeling moest worden aangemerkt. Gevolg daarvan is nu dat aan de Belastingdienst een naheffingsaanslag loonbelasting met boete moet worden opgelegd.
 
Als we staatssecretaris Wiebes mogen geloven, denkt hij erover hiertegen ook nog bezwaar aan te tekenen en eventueel in beroep te gaan. Gekker moet het toch echt niet worden. Het is al treurig dat de Belastingdienst kennelijk al niet weet wat de wettelijke regeling inhoudt, maar het wordt Kafkaiaans als de dienst nog eens rechtsmiddelen tegen een beslissing van de dienst zelf gaat aanwenden. En wat moet ik mij voorstellen bij een boete voor de Belastingdienst? Zouden ze daar echt last van hebben? En worden wij daar als burgers beter van? Het lijkt mij meer voor de hand te liggen dat alle belastingplichtigen die met een boete op een naheffingsaanslag ex artikel 32ba Wet LB 1964 zijn geconfronteerd, deze alsnog krijgen kwijtgescholden. Dat bevredigt mijn rechtsgevoel meer dan het opleggen van een boete aan de dienst zelf.  
 

Informatiesoort: Fiscale ergernissen

Rubriek: Loonbelasting

3

Gerelateerde artikelen