
Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) presenteerde, een week na de Voorjaarsnota, haar langverwachte pakket met aanvullend klimaatbeleid. Met een aantal bijstellingen van het huidige klimaatbeleid hoopt het kabinet-Schoof twee doelstellingen te realiseren.
Allereerst moeten de aanvullende (fiscale) maatregelen het klimaatdoel voor 2030 weer binnen bereik brengen. Ook is het de bedoeling dat de maatregelen het investeringsklimaat en het concurrentievermogen voor de bestaande industrie verbeteren. Dit moet de industrie ruimte bieden om te verduurzamen. Ten aanzien van de vergroening van het belastingstelsel kiest het kabinet er nu voor om een beperkte stap te zetten, met name door elektrische auto’s fiscaal te stimuleren.
In het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma heeft het kabinet-Schoof zich gecommitteerd aan het behalen van de klimaatdoelstellingen. Daarbij is afgesproken dat het kabinet zich aan de bestaande afspraken houdt en alleen alternatief beleid maakt als de doelen niet worden gehaald. De voortgang ten aanzien van de belangrijkste nationale en Europese doelen voor 2030 voor de broeikasemissies, energiebesparing en hernieuwbare energie worden door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) getoetst. Afgelopen oktober waarschuwde het PBL nog dat het “heel erg onwaarschijnlijk is dat Nederland het wettelijke klimaatdoel haalt” en dat er extra beleid nodig is dat snel tot emissiereductie leidt.
Autobelastingen
Het klimaatpakket bevat een aantal interessante fiscale voorstellen. Zoals de fiscale behandeling van elektrische voertuigen, het anders vormgeven van de heffing op fossiele plastics en de CO2-heffing voor de industrie. Het kabinet draait aan drie knoppen om elektrisch rijden te stimuleren. Een pseudo-eindheffing in de loonbelasting, met een belastingtarief van 52% over de grondslag voor de bijtelling privégebruik van de auto, moet het voor werkgevers aantrekkelijker maken om elektrische leaseauto’s ter beschikking te stellen. Daarnaast wordt in de motorrijtuigenbelasting de tariefkorting voor elektrische personenauto’s verhoogd in de periode 2026-2028. Ten slotte wordt de bpm verlaagd voor emissievrije bijzondere personenauto’s en motorfietsen.
Het kabinet werkte aan twee maatregelen om de transitie naar circulaire plastics te realiseren. Een norm voor een aandeel circulaire of biobased grondstoffen in plastic producten en een heffing op fossiele plastics. Met beide stopt het kabinet. In plaats van de heffing, die € 567 miljoen moest opleveren, verhoogt het kabinet de CO2-belasting voor afvalverbrandingsinstallaties en de afvalstoffenbelasting. Daarnaast wordt een ‘Plastictafel’ met spelers uit de industrie gevraagd om voor “de augustusbesluitvorming van 2025 alternatieve uitvoerbare en gedragen normerende/ beprijzende voorstellen uit te werken”. Het is de vraag of de gezamenlijke plastic waardeketen tijdig met alternatieven kan en wil komen.
Parlementaire agenda
Het kabinet wil ook de CO2-heffing voor de industrie aanpassen, zodat bedrijven meer tijd krijgen om te verduurzamen. Concreet worden de vrije uitstootruimte, de nationale reductiefactor en het tariefpad tot 2030 aangepast. De industrie hoeft daardoor niet in 2030 maar pas in 2032 aan het heffingsdoel te voldoen. Ook wordt de indirecte kostencompensatie (IKC) opnieuw ingevoerd. Op die manier worden bedrijven met subsidie gecompenseerd voor de kosten van het Europese emissiehandelssysteem (ETS). In het Belastingplan 2026 zal het kabinet de CO2-heffing verlengen na 2032, waarbij deze heffing voor de industrie vanaf 2030 stapsgewijs wordt opgehoogd.
Ten aanzien van de ‘fossiele subsidies’ maakt het kabinet een pas op de plaats. Staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit) schrijft aan de Tweede Kamer dat er “vooralsnog geen nieuwe voornemens [zijn] om fossiele regelingen op nationaal niveau af te bouwen”. Dit bevestigt dat het klimaatpakket in belangrijke mate was bedoeld om het concurrentievermogen van de bestaande industrie te verbeteren. Milieuorganisaties en duurzame bedrijven geven daarbij aan dat er meer beleid nodig is om de verduurzaming van de industrie te versnellen. In de augustusbesluitvorming zal het kabinet daar wederom over spreken.