Een nationale digitale dienstenbelasting lijkt een makkelijke oplossing om snel financiële dekking te realiseren, maar zal vooral de Nederlandse techbedrijven op achterstand zetten.

Met oog op de aankomende verkiezingsprogramma’s – en vooral de doorrekening daarvan – maken bedrijven in de digitale economie zich zorgen over de politieke aantrekkingskracht van een nationale belasting op digitale diensten. Aangezien het nieuwe kabinet snel geld zal moeten vinden om de oplopende staatsschuld te beperken, de benodigde defensie-uitgaven en oplossingen voor de andere grote maatschappelijke vraagstukken te betalen, zijn deze zorgen terecht. Een grote vraag is: hoe zal een volgend kabinet dekking vinden voor grote uitdagingen en ambities?

Digitale bedrijven kunnen significante inkomsten realiseren zonder fysiek aanwezig te zijn in een land. Om te zorgen dat deze digitale economische activiteiten ook belast kunnen worden, hebben de OESO en de Europese Commissie voorgesteld om een mondiale c.q. Europese digital services tax in te voeren. Beide supranationale initiatieven zijn vooralsnog gestrand. Ondertussen hebben verschillende Europese landen, zoals Frankrijk, Italië en Spanje, een nationale digitale dienstenbelasting ingevoerd. In Nederland was dit bij de verkiezingen in 2023 opgenomen in de verkiezingsprogramma’s van GL-PvdA, D66, CDA, CU en de SGP. Daarnaast wordt het invoeren van een digitale dienstenbelasting in debatten regelmatig als potentiële dekkingsoptie genoemd.

Ongelijk speelveld

Ten aanzien van de digitale dienstenbelasting zijn er drie politieke aandachtspunten: de impact op het Nederlandse bedrijfsleven; de verwachte opbrengsten en de internationale verhoudingen. Het is goed om te realiseren dat Nederland een aantal sterke digitale bedrijven heeft voortgebracht – denk aan Booking.com, Just Eat Takeaway.com en Bol.com. Daarnaast hebben verschillende buitenlandse techbedrijven in Nederland regionale (hoofd)kantoren of andere fysieke economische activiteiten. Het is de verwachting dat een (nationale) digitale dienstenbelasting juist de bedrijven die in Nederland gevestigd zijn – en Vpb betalen – zal raken. Deze bedrijven vragen daarom om een gelijk speelveld en aandacht voor dubbele belastingen.

Een ander punt van aandacht zijn de verwachte opbrengsten. Dit is vooral belangrijk met oog op de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s. De vorige doorrekening door het CPB toont dat een nationale digitale dienstenbelasting met een 5%-tarief € 500 miljoen oplevert. Daarbij wordt aangenomen dat deze lastenverzwaring voor rekening van buitenlandse bedrijven komt. Op deze aannames zijn drie dingen aan te merken. Allereerst is de impact op de Nederlandse bedrijven onvoldoende meegewogen. Daarnaast benadrukken de bedrijven dat de geschatte opbrengst te optimistisch is. Ten slotte speelt de digitale dienstenbelasting ook een belangrijke rol in de Amerikaanse handelsoorlog.

Europese aanpak

De huidige regering van de Verenigde Staten heeft aangegeven vergeldingsmaatregelen – vooral in de vorm van importtarieven – te nemen tegen extraterritoriale belastingen (WFR 2025/33). Onder deze druk is in Canada de digital services tax recent stopgezet. In hoeverre is Nederland – met haar open economie en belangrijke handelsrelatie met de Verenigde Staten – bestand tegen deze druk? Tegelijkertijd overwegen steeds meer Europese landen – zoals bijvoorbeeld België – een nationale belasting op digitale diensten. Met oog op deze twee ontwikkelingen ligt een Europese samenwerking op dit dossier voor de hand. Een deel van de Tweede Kamer wil dat ook.

Recent dienden Dassen (Volt), Hirsch (PvdA-GL), Paternotte (D66) en Grinwis (CU) een motie in om “te verkennen hoe een Europese digitale dienstenbelasting als alternatief voor pijler 1 van het OESO-verdrag kan worden ingevoerd”. In deze motie, die nog niet in stemming is gebracht, wordt de regering opgeroepen om het voorkomen van dubbele belastingen, de concurrentiepositie en de afbakening mee te nemen. Het uitvoeren van deze motie is een belangrijke eerste stap. Een Europese digitale dienstenbelasting is behulpzaam in de onderhandelingen met de Verenigde Staten, maar kan ook negatief uitpakken voor de Nederlandse techbedrijven.

Informatiesoort: Parlementair

Rubriek: Omzetbelasting

72

Gerelateerde artikelen