
De rechtsbescherming van belastingplichtigen tegenover de Belastingdienst is in de praktijk niet voldoende gewaarborgd. Dit is een belangrijke conclusie uit het recente casusonderzoek van de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD) naar informatieverstrekking aan de rechter.
In een gesprek met de Tweede Kamer gaf de inspecteur-generaal van de IBTD, Bart Snels, aan dat de kabinetsreactie op zijn aanbevelingen “iets te ontwijkend” was. In zijn ogen moeten er meer waarborgen binnen de Belastingdienst worden georganiseerd. Tegelijkertijd is de Belastingdienst zeer kritisch op zowel het rapport als de aanbevelingen van de IBTD. In dit licht worstelt de Kamer met de concrete mogelijkheden voor verbetering.
In 2023 deed de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD) een eerste onderzoek naar de informatieverstrekking aan de rechter door de Belastingdienst. Destijds concludeerde de IBTD dat de dienst intern moet blijven reflecteren op wat er onder “op de zaak betrekking hebbende stukken” valt. Ook de processen ten aanzien van het samenstellen van dossiers kunnen worden verbeterd. Tegelijkertijd constateerde de IBTD dat het “door het ontbreken van gegevens over de uitkomsten van het beroepsproces geen beeld [kon] vormen over de (mogelijke) aard en omvang van de problematiek van incomplete dossiers”. In het recente onderzoek wilde de IBTD precies hiernaar kijken.
Casusonderzoek
In het tweede onderzoek heeft de IBTD gekeken naar alle openbare gerechtelijke uitspraken waarin de verplichting om tijdig de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechter te leveren – art. 8:42 Awb – een rol speelde. Daaruit is een vijftal casus, met een zo groot mogelijke verscheidenheid, geselecteerd. Op basis van interviews en analyse van beschikbare informatie is er gekeken naar de “grondoorzaken voor het ontstaan van een geschil over informatieverstrekking en de [achterliggende] patronen”. Daarbij zag de IBTD dat de mensen bij de Belastingdienst zich niet altijd bewust zijn van hun machtspositie en dat de informatiehuishouding niet op orde is.
De reactie vanuit de Belastingdienst op het conceptrapport is niet mals. Allereerst wordt betwist dat de methodologie heeft geleid tot valide en betrouwbare onderzoeksresultaten. Daarbij geeft de dienst aan dat de bevindingen niet feitelijk worden onderbouwd en dat er geen inzicht wordt gegeven over hoe de IBTD tot haar onderzoeksresultaten is gekomen. Ook wordt gesteld dat de vijf casus niet representatief zijn voor de informatieverstrekking van de Belastingdienst aan de rechter. De Belastingdienst geeft aan graag met de IBTD in gesprek te gaan over het rapport. In dit licht is het niet verwonderlijk dat het kabinet terughoudend is met toezeggingen.
Parlementair
Staatssecretaris Heijnen (Fiscaliteit en Belastingdienst) benadrukte in de kabinetsreactie dat de bevindingen van de IBTD dateren van vóór een aantal verbeteracties van de Belastingdienst. Zo zijn de werkinstructies aangepast en is er al gewerkt om de informatiehuishouding op orde te krijgen. Daarmee blijft het lastig voor de Kamerleden om in te schatten wat het probleem precies is en hoeveel mensen hier last van hebben. Vermeer (BBB) vroeg Bart Snels dan ook hoe vaak er problemen zijn met de informatieverstrekking aan de rechter. Kouwenhoven (NSC) vroeg zich af of de waargenomen patronen ook breder spelen. Van Dijk (CDA) vroeg naar concrete aanbevelingen voor verbetering.
In het gesprek tussen de Tweede Kamerleden en de inspecteur- generaal van de IBTD bleek dat er meer informatie nodig is over de rechtsbescherming van belastingplichtigen in de praktijk. Ook dit rapport biedt niet voldoende inzicht in hoe de Belastingdienst met de wettelijke verplichting tot overlegging van stukken omgaat. Weten belastingplichtigen überhaupt van het bestaan van deze verplichting en zullen ze hierover naar de rechter stappen? Dat de Belastingdienst in haar reactie op dit rapport de deur op een kier heeft gezet voor een grondigere analyse, mét medewerking van de dienst, is een kans. Aanvullende inzichten kunnen benut worden om de fiscale rechtsbescherming op een praktische manier voldoende te borgen.
Informatiesoort: Parlementair
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht