
Wil het kabinet-Schoof het toeslagenstelsel eigenlijk wel afschaffen? Wanneer komen de plannen van het kabinet om het belasting- en toeslagenstelsel te hervormen? Dat wilde de Tweede Kamer afgelopen week weten van staatssecretaris Palmen (Toeslagen).
In een commissiedebat over de toeslagen beklaagden Kamerleden vanuit zowel de oppositie als de coalitie zich over het gebrek aan ambitie en tempo vanuit het kabinet ten aanzien van de beloofde stelselherziening. Daarnaast was de Kamer ook kritisch op de te hoge betalingsregelingen voor terugvorderingen én het hoge aantal mensen dat geen toeslagen durft of kan aanvragen, ondanks dat ze hier recht op hebben.
In het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma heeft het kabinet-Schoof aangegeven “wetgeving voor te bereiden voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel”. Daarmee bouwt het kabinet voort op de ambities van kabinet-Rutte IV om het toeslagenstelsel af te schaffen. Februari 2024 presenteerde het vorige kabinet een rapport met concrete beleidsopties om het stelsel af te schaffen of fundamenteel aan te passen. Destijds werd aangegeven dat een komende regering op basis van deze opties keuzes kan maken. Inmiddels begint het erop te lijken dat ook dit kabinet de ingewikkelde keuzes over een nieuw toeslagen- en belastingstelsel liever doorschuift.
Herhaling van zetten
In het debat wilden Vlottes (PVV), Van Eijk (VVD), Grinwis (CU), Haage (GL-PvdA), Vijlbrief (D66) en Van Dijk (CDA) weten wat het kabinet concreet wil gaan doen ten aanzien van het toeslagenstelsel en wanneer deze plannen naar de Tweede Kamer komen. Met enige irritatie gaven ze aan dat het kabinet na negen maanden nog geen begin van een plan lijkt te hebben. Daarbij benadrukten de Kamerleden dat er inmiddels voldoende studies, analyses en opties op tafel liggen. Het is nu echt aan het kabinet om een aantal moeilijke keuzes te maken en deze uit te werken in wetgeving.
Staatssecretaris Palmen gaf aan samen met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris Fiscaliteit te werken aan afwegingen ten aanzien van een stelselherziening. Concreet betekent dit dat het kabinet “bouwstenen en richtingen” uitwerkt en deze voor de zomer naar de Tweede Kamer zal sturen. Van Dijk (CDA) vroeg zich daarop af waarin de bouwstenen van dit kabinet verschillen van alle opties en rapporten die er al liggen. In haar ogen is dit vooral een herhaling van zetten. Ook Vijlbrief (D66) benadrukte dat de regering niet opnieuw de opties moet benoemen maar met een voorstel zal moeten komen.
Parlementaire agenda
Naast de hervorming van het toeslagenstelsel was er veel aandacht voor het onderzoek vanuit de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD) naar het proces rond invorderingen vanuit de Dienst Toeslagen. Daarin werd geconcludeerd dat de betalingsregelingen in de praktijk te hoog kunnen zijn. Daardoor kunnen sommige mensen geen boodschappen of energierekeningen meer betalen. De staatssecretaris liet weten momenteel te onderzoeken hoe dit kan worden verholpen.
In het debat werd ook aandacht gevraagd voor het signaal vanuit het CPB dat een groot aantal mensen geen toeslagen durft of, vanwege de complexiteit, kan aanvragen. De staatssecretaris wil dit veranderen door het toeslagenstelsel te verbeteren.
Staatssecretaris Palmen benadrukte dat het kabinet momenteel wél een aantal knelpunten in het huidige toeslagensysteem aanpakt. Een wetsvoorstel met verbeteringen in het huidige stelsel ligt momenteel bij de Raad van State en wordt voor de zomer naar de Kamer gestuurd. Ten aanzien van de ambities om het toeslagenstelsel af te schaffen of te hervormen zal het moeilijker worden. Allereerst moeten de betrokken bewindspersonen, die alle drie vanuit NSC in het kabinet zitten, tot een voorstel komen waarin de sociale zekerheid, toeslagen en belastingen zijn meegenomen. Daarnaast moeten de vier coalitiepartijen het nog eens worden over een plan met verregaande financiële gevolgen. In dit licht is het logisch dat ook dit kabinet vooral op de bouwstenen focust.
Informatiesoort: Parlementair
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet