De Tweede Kamer heeft een aantal forse wijzigingen in het Belastingplan 2026 aangebracht. In de fiscale plannen van het demissionaire kabinet-Schoof voor komend jaar zaten politieke pijnpunten die de Kamer in opvallende, wisselende en brede coalities met negen amendementen heeft aangepast.
De meeste aandacht ging daarbij uit naar het terugdraaien van de voorgestelde lastenverzwaring in box 3; het beperken van de korting op de brandstofaccijns en de fiscale behandeling van leaseauto’s. Met name Grinwis (CU) was succesvol in het realiseren van aanpassingen op de fiscale plannen, de meeste aangenomen amendementen waren (mede) door hem opgesteld. Dit laat zien dat er veel ruimte is voor de Kamer om het beleid bij te sturen.
Het liefdeloze pakket Belastingplan 2026 bevatte, ondanks dat het beleidsarm moest zijn, toch een aantal zeer politieke keuzes. Denk daarbij ook aan de wijze waarop het kabinet-Schoof de politieke plannen wilde betalen. Tekenend voor het huidige politieke landschap waren de fiscale klimaatgerelateerde plannen ten aanzien van het autogebruik en het vliegen. De uiterst-rechtse partijen zoals PVV, FvD en JA21 vonden deze plannen veel te ver gaan en beklaagden zich over de kosten hiervan. Tegelijkertijd benadrukten de links-georiënteerde partijen dat er onvoldoende gebeurt om de klimaatdoelstellingen te behalen. De uitkomsten van het debat waren verrassend pragmatisch.
Box 3
De fiscale discussies ten aanzien van de auto gingen grofweg over twee dossiers. Allereerst was het de wens vanuit de VVD en BBB om de brandstofaccijnskorting te verlengen naar 2026. Dit werd bekostigd uit de toekomstige opbrengsten van het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de Europese buitengrens (CBAM). Een amendement van Grinwis (CU) verlaagt de accijnskorting en gebruikt deze middelen om de verschraling van het openbaar vervoer te voorkomen. Met steun van D66, GL-PvdA, CDA, PvdD, SP, 50Plus en Volt werd dit amendement aangenomen. Pogingen om de pseudo-eindheffing op niet elektrische leaseauto’s te schrappen kregen geen meerderheid, terwijl de Kamer wel besloot de bijtelling voor elektrische auto’s minder snel te laten toenemen.
De lastenverzwaring in box 3 was voor een groot deel van de Kamer ‘een graat in de keel’. In de Kamer werden twee amendementen uitgewerkt om de voorgestelde verhoging van het forfait en verlaging van het heffingsvrije vermogen te schrappen. Van Eijk en De Groot (beiden VVD) wilden dit in hun amendement bekostigen vanuit de inkomstenbelasting, door het aangrijpingspunt van het toptarief voor 2026 niet te indexeren. Een Kamermeerderheid gaf echter de voorkeur aan het voorstel van Grinwis (CU), Stoffer (SGP) en Vermeer (BBB) om dekking te vinden in het versneld afbouwen van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (de Wet Hillen).
Parlementair
Een aangenomen amendement van Van Eijk (VVD), Van Dijk (CDA) en Hoogeveen (JA21) stelt de inwerkingtreding van de multipliermaatregel, waarmee de grondslag in de lucratiefbelangregeling wordt verbreed, uit tot 1 januari 2028. Op deze manier is er voldoende ruimte om de maatregel in relatie tot het nieuwe box 3-stelsel en de aandelenparticipatieregeling voor start- en scale-ups te beschouwen. De budgettaire derving van dit uitstel wordt bekostigd door een verhoging van 0,02 procentpunt van de premie aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Tot slot was het interessant dat een amendement van Stultiens, Kröger (beiden GL-PvdA) en Teunissen (PvdD) een apart tarief in de vliegbelasting introduceert voor privévliegtuigen.
De behandeling en de stemming over het pakket Belastingplan 2026 en alle bijbehorende moties en amendementen laten een aantal interessante dingen zien. Allereerst dat D66 en CDA elkaar in de Tweede Kamer blijven vasthouden en nauw samenwerken. Met oog op de formatie is dat een gunstig voorteken. Daarnaast valt het op dat verrassende en wisselende coalities op onderwerpen tot nieuwe meerderheden kunnen komen. Dit zullen we de komende periode waarschijnlijk ook op andere dossiers gaan zien. Het Belastingplan 2026 wordt op 15 en 16 december a.s. in de Eerste Kamer behandeld.
Informatiesoort: Parlementair
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Milieuheffingen, Inkomstenbelasting