Hypotheekrenteaftrek is de afgelopen verkiezingscampagne veel ter sprake gekomen. Het onderwerp mag dan uit de taboesfeer zijn getrokken, bespreekbaar is het voor de meerderheid van de Tweede Kamer geenszins, ook niet in de nieuwe samenstelling.
Hypotheekrenteaftrek is geïntroduceerd om woningbezit te stimuleren. Een achterhaald doel. Mensen staan in de rij om een woning te kopen, maar er zijn er eenvoudigweg te weinig. Dat de huizenprijzen tot ongekende hoogte zijn opgestuwd heeft enerzijds te maken met vraag en aanbod, anderzijds is het bestaan van hypotheekrenteaftrek hier debet aan. Het heeft er in ieder geval toe geleid dat mensen met relatief lage inkomens kansloos zijn (geworden) op de koopwoningmarkt. Bouwen helpt, het versoberen van hypotheekrenteaftrek ook, want dat drukt de prijzen. Toch geloof ik niet dat er iets gaat veranderen, want de angst regeert.
De belofte van de VVD spreekt wat dat betreft boekdelen: rust in je portemonnee. De VVD speelt daarmee ‘handig’ in op de angst dat het afschaffen van hypotheekrenteaftrek van de ene op de andere dag plaatsvindt en dat burgers daardoor in de financiële problemen komen. Maar directe afschaffing is een fabeltje dat de VVD voor politiek gewin heeft ingezet. Van een veel gênantere orde is de motie-Wilders (Kamerstukken II 2025/26, 36800, nr. 10). In stijl met Wilders’ gebruikelijke X-berichten brengt hij de stelling in stemming “dat de hypotheekrenteaftrek staat als een huis en dat er niet aan mag worden getornd”. Alle Tweede Kamerfracties in het rechter spectrum, inclusief de NSC, stemmen voor, waarmee de motie is aangenomen. Vooral van NSC had ik meer omzichtigheid verwacht. De stelling gaat namelijk volledig voorbij aan de realiteit. Nagenoeg niemand kan na een huwelijk, verhuizing of echtscheiding nog zeggen tot welk bedrag hij recht op hypotheekrenteaftrek heeft en voor hoe lang. We doen maar wat met z’n allen! Het gammele huis, waaraan niet getornd mag worden, piept en kraakt aan alle kanten. De regeling is ondoelmatig, voor de Belastingdienst niet handhaafbaar en voor de burger onbegrijpelijk. De evaluatierapporten van de eigenwoningregeling uit 2019 bevestigen dit.
Verder gaat Wilders’ oneliner uit van de gedachte dat hypotheekrenteaftrek een verworven grondrecht is. Daar heeft het niets mee van doen. Met het afschaffen – of versoberen – van dit fiscale douceurtje is ook niet gezegd dat daar niets voor in de plaats zou komen. Bovendien neemt het pad der geleidelijkheid de financiële pijn goeddeels weg. Het aanpakken van de hypotheekrenteaftrek is ook geen doel op zich en moet in een breder perspectief worden geplaatst: het aanpakken van de problemen op de woningmarkt. Daar kan geen weldenkend mens tegen zijn.
Toch zal aanpassing van de eigenwoningregeling geen plek krijgen in het volgende regeerakkoord. Echter, in 2027 wordt de eigenwoningregeling opnieuw geëvalueerd. De uitkomst laat zich raden. Volgens de huidige begrotingsregels moeten negatief geëvalueerde fiscale regelingen in beginsel worden afgeschaft. Tegen de tijd dat dit rapport er ligt, zal het zittende kabinet het doorschuiven naar een volgend kabinet en tegen de tijd dat die er iets mee moet doen, is die evaluatie gemakshalve alweer vergeten.
Hopelijk heeft mijn glazen bol het bij het verkeerde eind.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Inkomstenbelasting