Anna van Aalst pleit voor een controleerbaar toeslagensysteem van inkomensondersteuning.

Sinds 2006 hebben minderbedeelden in onze samenleving recht op inkomensondersteuning in de vorm van toeslagen. Dit zijn financiële tegemoetkomingen voor allerlei uitgaven die als voorschot worden uitgekeerd en achteraf definitief worden vastgesteld, en waarbij de toeslaggerechtigde niet zelden flinke bedragen moet terugbetalen. Zo'n systeem vraagt om misbruik, wat natuurlijk ook niet uitbleef. We herinneren ons wellicht allemaal nog de Bulgarenfraude uit 2013 die onze samenleving enkele miljoenen euro's kostte. Begin dit jaar waren frauderende kersverse ouders in het nieuws. Na de geboorte van hun kind schreven vaders zich op papier uit bij hun partner en kon de ‘alleenstaande' vrouw allerlei financiële tegemoetkomingen opstrijken. In dit geval  1080 per maand aan toeslagen. Netto! Dan hebben we het (eenvoudig gezegd) over € 1812 bruto bij een belastingdruk van 40,4%. Snel verdiend, en niet alleen door fraudeurs.
 
Waar de modale Nederlander een zo hoog mogelijk bruto-inkomen moet zien te verwerven om netto voldoendeo over te houden om van te leven, wordt de toeslaggerechtigde dus ondersteund met nettobedragen. Nu is onlangs uit een onderzoek naar de inkomenspositie van alleenverdieners gebleken dat een sprong in salaris van bruto  20.000 naar  31.000 leidt tot een extra nettoinkomen van nihil. De staatssecretaris van Financiën presenteerde, naar aanleiding van Kamervragen hierover, een tabel met iets minder negatieve uitkomsten maar met dezelfde strekking. Uit die tabel blijkt dat iemand met een jaarsalaris van bruto  15.000 een bedrag van  21.270 in handen krijgt, als hij/zij voldoet aan de voorwaarden voor de huur- en zorgtoeslag en voor het kindgebonden budget. Gemiddelde belastingdruk: -41,8%. Ter vergelijking, burgers met een bruto inkomen vanaf € 50.000 hebben een gemiddelde belastingdruk van 32,72%. Een verschil van bijna 75 procentpunt.
Per € 1000 extra brutoloon boven € 15.000 ontstaat een marginale belastingdruk van 11%. Vanaf een bruto-inkomen van € 22.000 bedraagt de marginale belastingdruk ca. 90%, met een extreme uitschieter van 141% bij een belastbaar inkomen van € 32.000. Het kabinet wil werk lonender maken en de arbeidsparticipatie stimuleren. Het lijkt mij nogal een uitdaging om burgers te motiveren (meer) te gaan werken als ze er per saldo nauwelijks op vooruit gaan.
 
Ten slotte: het huidige toeslagensysteem kan onredelijk uitwerken. Hoe eerlijk is het dat mensen die net buiten de boot vallen, veel minder netto overhouden? Denk aan een werkloze die pas aan het einde van het jaar betaald werk krijgt, daardoor net enkele euro's boven bijvoorbeeld de grens voor de huurtoeslag komt en vervolgens alle in dat jaar genoten voorschotten moet terugbetalen. Heeft deze persoon dan geen inkomensondersteuning nodig gehad, in elk geval tot aan de start van het betaalde werk? Natuurlijk moeten we de zwakkeren in de samenleving ondersteunen. De beschreven effecten laten zien dat het toeslagensysteem in de huidige vorm daarvoor niet het juiste middel is. Met een goed controleerbaar systeem van inkomensondersteuning, waarbij het ongeacht de hoogte van het brutoloon ook echt loont om meer te gaan werken, is onze samenleving naar mijn mening meer gebaat.

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

21

Gerelateerde artikelen