Op dinsdag 8 juni 2021 is nummer 25 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Fiscale verzamelwet 2022. Nota naar aanleiding van verslag ingediend bij Tweede Kamer
De Staatssecretarissen van Financiën hebben de nota naar aanleiding van het verslag bij de Fiscale verzamelwet 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd. (punt 3) - Geen exploitatie in internationaal verkeer volgens A-G bij schip in afbouwfase
A-G Niessen concludeert dat er weliswaar sprake is van ‘internationaal verkeer’, maar dat er geen sprake is van exploitatie in het internationaal verkeer als bedoeld in art. 15 lid 3 Belastingverdrag Nederland-Zwitserland. De overbrenging van het schip in de (af)bouwfase is daarvoor onvoldoende. (punt 4) - Hof wijst verzoek tot uitstel zitting met telefoonverbinding onvoldoende gemotiveerd af
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van X nv gegrond en verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad in de zaak van Y, de dga van X nv. In die zaak oordeelde de Hoge Raad onder andere dat het hof het verzoek om uitstel van de zitting niet afdoende gemotiveerd heeft afgewezen. (punt 8) - Redelijke termijn verlengd bij aanhangige prejudiciële vragen Hof van Justitie EU
De Hoge Raad oordeelt dat de redelijke termijn in bezwaar en beroep niet wordt verlengd bij instemming met verder uitstel van de uitspraak op bezwaar. Wanneer prejudiciële vragen aan het HvJ EU zijn gesteld, wordt deze termijn wel verlengd. (punt 9) - Gemeente Ommen mag onderscheid maken tussen verschillende soorten recreatiewoningen
De Hoge Raad oordeelt - anders dan Hof Arnhem-Leeuwarden en de A-G - dat de gemeente Ommen bij de heffing van forensenbelasting onderscheid mag maken tussen verschillende soorten woningen, namelijk woningen die wel en woningen die niet onderdeel uitmaken van een zogeheten recreatiesamenstel. Het gaat namelijk niet om gelijke gevallen. (punt 13) - Ook voor pandrechten bestaat mogelijkheid om rangorde te wijzigen
De Hoge Raad oordeelt dat partijen onderling de rangorde kunnen bepalen van pandrechten die zij vestigen. De Hoge Raad verwijst daarbij naar de regeling die geldt voor hypotheken en vindt dat rangwijziging ook ten aanzien van het recht van pand mogelijk is. (punt 16)
Producten: Inhoudsopgave V-N
0