Op donderdag 10 januari 2019 is nummer 3 verschenen van Vakstudie Nieuws. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Weigering aftrek pensioenpremie aan niet-ingezeten beperkt belastingplichtige in strijd met EU-recht
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Duitsland in strijd met het EU-recht handelt door aftrek van pensioenpremies te weigeren aan een niet-ingezeten belastingplichtige die beperkt belastingplichtig is in Duitsland. (punt 6) - Hof treedt volgens A-G buiten rechtsstrijd bij proefprocedure over box 3-heffing
A-G Ettema concludeert dat het hof de rechtsvraag te ruim heeft opgevat. Het hof beoordeelt namelijk of de vermogensrendementsheffing op regelniveau in strijd is met art. 1 EP EVRM, terwijl het geschil zich in het kader van het massaal bezwaar beperkt tot de vraag of de vermogensrendementsheffing op spaarsaldi in strijd is met art. 1 EP EVRM. (punt 9) - Geen concernregeling werkkostenregeling ondanks volledig economisch belang
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat voor de concernregeling de juridische en economische eigendom doorslaggevend zijn. (punt 10) - Nieuw besluit over innovatiebox
De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit gepubliceerd over de innovatiebox. Het besluit is een actualisering van het besluit van 21 november 2017, V-N 2017/61.17. (punt 14) - FBI-status voor Duits Immobilien-Sondervermögen
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X, uitgezonderd het boekjaar 2009/2010, in alle jaren in aanmerking komt voor de FBI-status. X voldoet voor het jaar 2009/2010 niet aan de beleggingseis. Voor de overige jaren stelt de rechtbank vast dat de vestigingseis in strijd is met de vrijheid van kapitaalverkeer. (punt 15) - Bij ontbreken pro-ratamethode voor btw-aftrek moet belastingplichtige volgens A-G HvJ EU keuze maken
A-G HvJ EU Sharpston concludeert dat de Poolse rechter de aftrekbare voorbelasting zodanig moet vaststellen dat er rekening wordt gehouden met de mate waarin de kosten zijn gemaakt voor de economische activiteit. (punt 18) - Hof ’s-Hertogenbosch formuleert algemene richtsnoeren over het onderwerp proceskostenvergoeding
Het hof komt daarmee tegemoet aan de wens van professionele rechtsbijstandsverleners en de rechtbanken. (punt 23)
Producten: Inhoudsopgave V-N
1