Op donderdag 21 november 2019 is nummer 55 verschenen van Vakstudie Nieuws. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Vermindering afdracht verhuurderheffing niet aftrekbaar van winst. Cassatieberoep ingetrokken.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X € 639.658 aan verhuurderheffing in aftrek kan brengen op haar winst. Dit volgt namelijk uit de heffingssystematiek van art. 1.10 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II. De vermindering afdracht verhuurderheffing van € 500.000 is niet aftrekbaar van de winst. (punt 7) - Arrest-CCP: Strijd met EU-recht bij beperking verrekening bronbelasting tot Duitse pensioenfondsen
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat CCP geen recht heeft op teruggaaf van de bronbelasting. Het Hof van Justitie EU wijst er daarbij op dat ingezeten pensioenfondsen de bronbelasting volledig kunnen verrekenen met de VPB. (punt 11) - Verbouwingswerkzaamheden leiden tot ‘in wezen nieuwbouw’: geen overdrachtsbelasting
maar BTW verschuldigd
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat aan belanghebbende een nieuw vervaardigd goed is geleverd, welke levering van rechtswege is belast met omzetbelasting. Dat betekent dat de (samenloop)vrijstelling van toepassing is. (punt 14) - Geen gevolgen voor niet geven cautie op zitting en getuigen terecht niet opgeroepen
De Hoge Raad oordeelt dat de cautie moet worden gedaan in alle gevallen waarin - anders dan schriftelijk - vragen worden gesteld die betrekking hebben op een bestuurlijke boete. Het hof had aan X bv moeten mededelen dat antwoorden niet verplicht was. X bv is echter door het achterwege blijven van de cautie niet in haar belangen geschaad. (punt 20) - Geen misbruik van bevoegdheid als gevraagde informatie ook andere fiscale doeleinden dient
De Hoge Raad stelt X een termijn van vier weken om alsnog te voldoen aan de informatiebeschikking. Het hof heeft terecht vastgesteld dat de door de inspecteur aan X gestelde vragen van belang kunnen zijn voor de belastingheffing ten aanzien van X. (punt 21) - Na strijdig met beleid verleende ambtshalve teruggaaf BTW kan niet meer worden nageheven
De Hoge Raad oordeelt dat art. 20 AWR ertoe strekt om te weinig betaalde belasting na te heffen die op aangifte behoorde te worden voldaan of afgedragen. Deze bepaling biedt niet de mogelijkheid om teruggegeven bedragen aan belasting na te heffen wanneer de teruggaaf niet ertoe heeft geleid dat te weinig belasting is betaald. (punt 23)
Producten: Inhoudsopgave V-N
0