Op dinsdag 15 februari 2022 is nummer 9 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Geen lijfrentepremieaftrek voor per abuis op verkeerde rekening gestort bedrag
Hof Amsterdam oordeelt dat geen recht bestaat op lijfrentepremieaftrek nu de storting van de lijfrentepremie niet heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk. (punt 6) - Opgeofferd bedrag bij aanvang VPB-plicht gesteld op historische kostprijs
A-G Wattel concludeert dat bij het ontstaan van VPB-plicht het opgeofferd bedrag van de deelneming moet worden gesteld op de historische kostprijs van die deelneming. (punt 9) - Geen OFGR vanwege individuele beschikkingsmacht deelgerechtigden over bankrekeningen
Rechtbank Gelderland oordeelt dat onderhavig fonds geen OFGR is. De beide deelgerechtigden tot het fonds zijn civielrechtelijk niet bevoegd om te beschikken over het vermogen dat op de bankrekening van de ander is gestald. Het fonds heeft dan geen afgescheiden vermogen. (punt 10) - Ondanks juridische zelfstandigheid kunnen verbonden personen BTW-fiscale eenheid vormen volgens A-G HvJ EU
Advocaat-Generaal HvJ EU Medina concludeert dat zelfstandige personen als fiscale eenheid kunnen worden aangemerkt als e´ e´n belastingplichtige met betrekking tot BTW-verplichtingen. Dat is het geval als die personen juridisch gezien weliswaar zelfstandig zijn doch financieel, economisch en organisatorisch nauw met elkaar zijn verbonden. (punt 16) - Terecht meerdere nota’s griffierecht voor cassatie tegen naheffingsaanslagen dividendbelasting
De Hoge Raad oordeelt dat niet teveel griffierecht is geheven en er geen aanleiding bestaat om het betaalde griffierecht geheel of gedeeltelijk te restitueren. De belastingaanslagen staan niet in een zodanig nauw verband tot elkaar dat kan worden gezegd dat sprake is van samenhangende besluiten. Voorts is betalingsonmacht niet aannemelijk gemaakt. (punt 21) - Geen beroepsfout notaris voor te hoog overdrachtsbelastingtarief
A-G Lindenbergh is van mening dat de notaris in de gegeven omstandigheden zijn zorgplicht niet heeft verzaakt. Er zijn geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit valt op te maken dat slechts beperkte aanpassingen nodig waren om het kantoorpand weer voor bewoning geschikt te maken. (punt 26)
Producten: Inhoudsopgave V-N
26