Prof. dr. J.L.M. Gribnau - Altijd halverwege, altijd op weg. Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. M.A. Griffioen en prof. dr. mr. E.C.J.M. van der Hel - van Dijk RA - Nieuwe Europese aanpak btw-fraude?
De Europese Unie loopt jaarlijks miljarden euro's mis ten gevolge van grensoverschrijdende btw-fraude. Na de invoering van het huidige btw-stelsel bleek al snel dat dit stelsel weeffouten bevatte en fraudegevoelig was. De aanpak van btw-fraude is sindsdien onderwerp van gesprek in de Europese Unie (EU) en er lijkt geen einde te komen aan nieuwe maatregelen om de fraude te bestrijden. Tot nu toe blijken die maatregelen weinig effectief. In juni 2013 hebben de Europese ministers overeenstemming bereikt over (wederom) een aantal (tijdelijke) maatregelen ter bestrijding van de fraude. Hebben nieuwe maatregelen zin? En zullen ze leiden tot een effectieve Europese aanpak van de btw-fraude? Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Dr. J.P.J. Witjes, dr. T.L.M. Verdoes, dr. D.H. van Offeren en mr. J. Scholten - De effectieve belastingdruk wordt niet alleen bepaald door wet- en regelgeving
De auteurs geven met dit artikel een bijdrage aan de maatschappelijke discussie over het al of niet op grote schaal ontwijken van belastingen door multinationals. Zij analyseren de effectieve belastingdruk bij AEX-ondernemingen en komen tot de conclusie dat een deel van de belastingdruk kan worden veroorzaakt door subjectieve beslissingen van de ondernemingsleiding. Zij pleiten voor een opsplitsing van de aansluiting tussen de nominale en de effectieve belastingdruk, waardoor de gevolgen van deze subjectieve beslissingen uit de disclosure van winstbelasting in de jaarrekening blijken. Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. F.R. Herreveld - Een boekbespreking van ‘Met oog voor detail, Liber amicorum'
Een boekbespreking van ‘Met oog voor detail, Liber amicorum' van mr. J.W. van den Berge. Uitgegeven door Sdu Uitgevers, Den Haag, 2013. Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. L.J.A. Pieterse - Omzetbelasting of de almacht van het Europese recht
Verslag van de oratie ‘NL-omzetbelasting of EU-btw? Over een almachtig hof en een parlement dat naar huis kan', gehouden op dinsdag 15 oktober 2013 te Amsterdam. Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Promovendus aan het woord
Op donderdag 28 november 2013 zal mevr. drs. Y.M. Tigelaar-Klootwijk promoveren aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift ‘Bedrijfsopvolging bij natuurlijk personen - Een onderzoek naar fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten'. Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Rubriek Parlementair. Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Inhoudingsplicht voor coöperaties - een nadere analyse
Mr. M.M. Wierenga en mr. drs. A.J. Secker belichten een aantal onduidelijkheden ten aanzien van de inhoudingsplicht van dividendbelasting voor coöperaties. Zij bespreken met name de situatie waarin een coöperatie een Nederlandse vennootschap met zuivere winst verwerft (de tweede volzin van art. 1 lid 7 Wet DB). De auteurs komen onder meer tot de conclusie dat de tweede volzin bij derdentransacties pas toepassing kan vinden indien de dividendbelasting (als eindheffing) daadwerkelijk drukt op uitkeringen van de Nederlandse vennootschap aan de verkoper van die vennootschap. Dat dit anders lijkt te zijn bij intra-groep verhangingen is naar de mening van de auteurs een ongerechtvaardigd verschil. Er wordt in die gevallen immers geen bestaande dividendbelastingclaim verijdeld. Daarnaast zijn er in de praktijk situaties denkbaar dat de leden van een inhoudingsplichtige coöperatie beter af zouden zijn geweest indien geopteerd was voor een, eveneens inhoudingsplichtige, BV. De auteurs kunnen zich voorstellen dat de coöperatie in die gevallen eerder een reële functie vervult, waardoor art. 1 lid 7 Wet DB alsnog geen toepassing vindt.
De motivering door de belastingrechter van ‘voorwaardelijk opzet'
Rechtspraak van de Hoge Raad illustreert dat de feitenrechter niet altijd erin slaagt een vlekkeloze motivering ten grondslag te leggen aan het oordeel dat in een boetezaak sprake is van voorwaardelijk opzet aan de zijde van belanghebbende. H.S. Broekhuijsen en A.O. Lubbers proberen bouwstenen aan te leveren voor een goede motivering van het oordeel dat sprake is van voorwaardelijk opzet. In dat kader beschrijven zij de werkwijze van de strafrechter, onderzoeken zij welke motiveringslessen kunnen worden ontleend aan de jurisprudentie van de belastingkamer van de Hoge Raad en geven zij aan hoe de feitenrechter in belastingzaken te werk gaat en zou kunnen gaan bij de motivering van oordelen over voorwaardelijk opzet.