Op vrijdag 30 mei verschijnt nummer 7051. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Th.J.M. van Schendel - "Wat goed is komt snel"

De auteur pleit voor afschaffing van de werkkostenregeling in de Wet LB 1964. Dit verdient naar zijn mening de voorkeur boven het met lapmiddelen proberen te repareren van gebleken tekortkomingen (lees: onjuistheden) in de huidige werkkostenregeling. De toenmalige Staatssecretaris van Financiën had in een in 2013 gepubliceerde WKR-verkenning dergelijke reparatievoorstellen gedaan. In een internetconsultatie 2013 is een oordeel gevraagd over de WKR en over de reparatievoorstellen. Sedertdien is het muisstil. Het beloofde evaluatierapport over deze consultatie is nog steeds niet aan de Tweede Kamer aangeboden. De auteur pleit ter vervanging van de WKR voor een terugkeer naar het systeem van vrije vergoedingen en verstrekking van vóór 2011, maar wel met een verduidelijking van het fiscale loonbegrip door invoering van een wettelijk beloningsvoordeelcriterium. Het zou nog mooier zijn als de gelegenheid te baat zou worden genomen – mede in het kader van een mogelijke herziening van het totale belastingstelsel (Commissie Van Dijkhuizen) – dat de wetgever zich verder herbezint over de invulling van het fiscale loonbegrip, zoals invoering van een finaliteitscriterium.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Prof. mr. dr. P.G.H. Albert - De onzakelijke lening: hoe nu verder?

De onzakelijke lening houdt de fiscale gemoederen sinds zes jaar bezig (HR 9 mei 2008, BNB 2008/191). Reden voor een terugblik en een vooruitblik.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Prof. dr. H. van den Hurk - De introductie van een algemene antimisbruikbepaling zet de Europese Unie jaren terug in de tijd

De Europese Commissie stelt voor dat de lidstaten instemmen met een algemene antimisbruikbepaling in de Moeder-dochterrichtlijn. Dit initiatief miskent de problematiek van verschillen van wetgeving in de diverse lidstaten evenals de dynamiek in de rechtspraak van het Hof van Justitie EU aangezien deze laatste wel in staat is gebleken met deze verschillen rekening te houden.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Boekbespreking

Mr. L.J.A. Pieterse bespreekt het boek ‘Wetenschappelijk Bijdragen. WB-bundel ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad der Nederlanden'. Verschenen bij Boom Juridische uitgevers, Den Haag 2014, 298 p.

De btw-aangifte: een Gordiaanse knoop

De Hoge Raad heeft op 14 juni 2013 beslist dat een verzoek om teruggaaf van voorbelasting geen btw-aangifte is.  Een als zodanig ingediend verzoek werd aangemerkt als een verzoek aan de inspecteur om de belastingplichtige uit te nodigen tot het doen van aangifte. De Hoge Raad oordeelde dat de inspecteur, voor zover hij dit verzoek nog niet ingewilligd had, alsnog de belastingplichtige moest uitnodigen tot het doen van aangifte. Met dit arrest rijst de vraag of de indiening van een teruggaafverzoek door een ondernemer aan wie nog geen aangifte is uitgereikt, begrensd is door een fatale termijn. Om de ontstane gordiaanse knoop rondom de indieningstermijnen van teruggaafverzoeken te ontwarren, bespreken E. Sparidis MSc en M.D.C. Gomes Vale Viga MSc in dit artikel de relevante aspecten van een btw-aangifte. Dit zijn achtereenvolgens de wettelijke basis van de btw-aangifte, het verzoek om uitnodiging tot het doen van btw-aangifte, het doen van een btw-aangifte en tot slot de voldoening en de teruggaaf van btw.

Aflevering: 2014

WFR: Weekblad previews

Producten: WFR-signaleringen

2