Prof. dr. J.P. Boer - requiem voor een omstreden arrest
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mevr. prof. dr. S.J.C. Hemels - Periodieke giften: een tweeluik - deel II: loskomen van de historie
In dit tweede deel van een tweeluik over de periodieke giftenaftrek worden twee historisch verklaarbare vereisten voor deze aftrek getoetst aan het doel van de faciliteit. De eis dat de schenking bij notariële akte moet worden aangegaan is per 1 januari 2014 verruimd tot onderhandse akten. Deze wijziging vormt een uitdaging voor instellingen om zich van substantiële periodieke giften te blijven verzekeren. Dit artikel geeft hiervoor handreikingen. Het onzekerheids- en overlijdensvereiste blijken strijdig met het doel van de faciliteit en zorgen voor onnodige kosten en administratieve lasten. Er wordt een wetswijziging voorgesteld om dit op te lossen.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mevr. mr. R.E. Beekers en mr. J. Verbaan - Nieuwe interpretatie voorwaarden fiscale eenheid omzetbelasting biedt kansen voor de praktijk
Naar aanleiding van de inbreukprocedures van de Europese Commissie en de daaropvolgende arresten van het Hof van Justitie EU kunnen ook niet-belastingplichtigen deel uitmaken van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Deze uitleg van Europese wetgeving brengt mogelijk een verruiming van het huidige toepassingsbereik van de fiscale eenheid in de diverse lidstaten met zich. Om deel te kunnen uitmaken van een fiscale eenheid dient aan verschillende voorwaarden te worden voldaan, waaronder de economische verwevenheid. Door het mogelijk verruimde toepassingsbereik van de fiscale eenheid in Nederland, dient een andere interpretatie te worden gegeven aan het begrip economische verwevenheidsvereiste, aangezien de zogenoemde activiteitentoets geen haalbaar vereiste meer is. De Hoge Raad heeft in jurisprudentie handvatten gegeven om een andere invulling te geven aan de economische verwevenheid.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mevr. drs. F.E.G.H. Geers-Meulendijks en mr. F.J.P.A. van den Branden -Uitstel ab-claim zonder gemeenschap van goederen
Met ingang van 1 januari 2010 is de doorschuiffaciliteit in de inkomstenbelasting bij overgang van ab-aandelen als gevolg van overlijden nog slechts van toepassing indien en voor zover er sprake is van een materiële onderneming. Wanneer sprake is van beleggingsvermogen zal de ab-claim over dit beleggingsvermogen direct afgerekend moeten worden. In deze bijdrage wordt een alternatief besproken op het aangaan van een wettelijke gemeenschap van goederen, waarbij afrekening over de ab-claim toch uitgesteld wordt tot overlijden van de langstlevende van de echtgenoten.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Fraude en het recht van de Unie: een kwestie van reddeloos, redeloos en vooral
rechteloos?
In een recente uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag oordeelde het dat "in een situatie waaruit genoegzaam blijkt dat belanghebbende zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige omzetbelastingfraude, geen plaats is voor een beroep op het unierechtelijk verdedigingsbeginsel". In deze bijdrage gaat mr. G.J. van Slooten op de verstrekkende implicaties die een onverkorte toepassing van deze uitspraak heeft. Auteur komt hierbij tot de slotsom dat bij de vaste rechtspraak van het HvJ, dat in geval van fraude geen beroep kan worden gedaan op het unierecht, een onderscheid moet worden gemaakt tussen materiële beginselen van unierecht enerzijds en dergelijke beginselen met een formeel karakter anderzijds. Eerstgenoemde beginselen moeten in voorkomend geval buiten toepassing worden gelaten, terwijl dat niet het geval is bij laatstgenoemde beginselen. Die beginselen, waaronder ook het verdedigingsbeginsel, zijn wel degelijk van toepassing in geval van fraude. Deze slotsom had voor de procedure voor het Gerechtshof in Den Haag echter niet tot een andere uitkomst behoeven te leiden. Het unierecht biedt namelijk aanknopingspunten om in het belang van de opsporing en de bestrijding van fraude eventuele gebreken in de toepassing van het verdedigingsbeginsel voor gedekt te verklaren.
Is de vrijstelling van rente op een hybride lening een onrechtmatige steunmaatregel?
In dit artikel beantwoordt mr. dr. J. Vleggeert de vraag of de vrijstelling van rente op een hybride lening een steunmaatregel is. Hij komt tot de conclusie dat de regeling prima facie selectief is aangezien de vrijstelling bepaalde ondernemingen begunstigt ten opzichte van andere ondernemingen die zich in een feitelijk en juridisch vergelijkbare situatie bevinden. De regeling kan worden gerechtvaardigd door de doelstelling om dubbele belasting over de rente te voorkomen. De vrijstelling gaat echter verder dan nodig wanneer de rente op de lening bij een buitenlandse debiteur in aftrek is gekomen. In dat geval kan immers geen sprake zijn van dubbele belastingheffing over de rente. De vrijstelling van rente op een hybride lening is daarom een steunmaatregel.