Op donderdag 12 februari verschijnt nummer 7084. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Prof. dr. B.G. van Zadelhoff - Beperkte rechten voor onbepaalde tijd en BTW

Per 1 januari 2015 is de BTW-vergoeding voor handelingen met beperkte rechten voor onbepaalde tijd gesteld op de waarde van het achterliggende vastgoed. Auteur bespreekt deze regeling en acht deze in strijd met de BTW-richtlijn.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Mr. R.P.F.M. Hafkenscheid, mr. M.A. de Lange en mr. drs. P.W.H. Lankhorst - Negeren van transacties tussen gelieerde partijen

In het Verrekenprijsbesluit gaat de Staatssecretaris van Financiën niet alleen in op de zakelijkheid van de prijs van een transactie tussen gelieerde partijen, maar ook op de zakelijkheid van de transactie als zodanig. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat ingeval een transactie als zodanig niet zakelijk wordt geacht deze voor fiscale doeleinden kan worden genegeerd. In dit artikel bespreken auteurs de standpunten in het Verrekenprijsbesluit over het negeren van transacties en de bezwaren daartegen. Auteurs tonen aan dat de betreffende standpunten niet worden gesteund door de jurisprudentie en concluderen dat het arm's length-beginsel niet gebruikt kan worden om transacties te negeren op de gronden die het Verrekenprijsbesluit aangeeft. Dat neemt niet weg dat er een maatschappelijke stroming bestaat die meent dat de Belastingdienst de middelen zou moeten hebben winstoverheveling naar laagbelaste gelieerde partijen met als enig doel belastingbesparing tegen te gaan. De oplossing moet volgens de auteurs echter gezocht worden in een aantal aanpassingen in het wettelijke stelsel en niet in het oprekken van het arm's length-beginsel.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Mr. B. Emmerig - Gooische kwesties

Wanneer zijn tv- en radiopresentatoren in dienstbetrekking? Dit artikel geeft een overzicht van de relevante jurisprudentie en laat zien welke ontwikkeling het begrip "dienstbetrekking" de laatste vijftien jaar heeft doorgemaakt. Daarbij wordt ingegaan op de invloed van arbeidsrechtelijke jurisprudentie en het wetsvoorstel Beschikking geen loonheffing.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

In Memoriam dr. M.R. Reuvers
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Binnenkort in het Weekblad

De fiscale boetegrondslag bij omkering en verzwaring van de bewijslast

In het fiscale boeterecht wordt wel aangenomen dat de berekeningsgrondslag voor een fiscale boete (de boetegrondslag) gelijk is aan de belastingschuld, óók als de hoogte van de belastingschuld is vast komen te staan met toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast. Het feit dat de belastingschuld met omkering van de bewijslast is vastgesteld zou slechts een element vormen waarmee door de rechter rekening kan worden gehouden in het kader van de straftoemeting, oftewel bij de beoordeling of de opgelegde boete passend en geboden is. Recente jurisprudentie van de Hoge Raad doet echter vermoeden dat de belastingschuld alleen als boetegrondslag dienst kan doen voor zover de inspecteur bewijst dat dit bedrag als gevolg van de opzet of grove schuld van de belastingplichtige niet zou zijn betaald. In dit artikel bespreken Arthur Kan en Martin Lambregts deze belangwekkende ontwikkeling.

Welstand als maatstaf van belasting: de woning in de achteruitkijkspiegel van het fiscale recht

Ons land kende in de 18de eeuw een belasting op wonen. In die periode achtte men het belasten van arbeid ongewenst. De argumenten waren vergelijkbaar met de argumenten in hedendaagse voorstellen voor fiscale hervormingen. Tegelijkertijd werd het draagkrachtbeginsel – in ruwe vorm – voorop gesteld, evenals tegenwoordig. Als logische alternatief voor de inkomstenbelasting werd in de 18de en 19de eeuw het belasten van bestedingen gepropageerd, zoals hedendaagse commissies voor belastinghervormingen een zwaarder accent op bestedingen bepleiten ter financiering van lastenverlichting op arbeid en risico-investeringen. De woning achtte men indertijd een voor de hand liggend belastingobject. Rijk is immers, die rijk leeft, en rijke bestedingen aan woongenot zijn indicatoren van individuele welvaart en draagkracht. Discussies uit de fiscale historie worden door dr. Mr. O.I.M. Ydema opgerakeld en bezien wordt of daarin handvatten zijn te vinden voor een herleving van de belasting op wonen in de 21ste eeuw, waartegenover dan de druk van de inkomstenbelasting kan worden verlaagd. Parrallelen voor een zodanige woonbelasting in de Verenigde Staten wijzen erop, dat een substantiële woonbelasting ook in een moderne belastingmix past.

Aflevering: 7084 (12 februari 2015)

WFR: Weekblad previews

Producten: WFR-signaleringen

1