Prof. dr. B.G. van Zadelhoff - Een BTW-factuur van de Koning
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Prof. mr. O.C.R. Marres en mevr. mr. I.M. de Groot - De algemene antimisbruikbepaling in de Moeder-dochterrichtlijn (deel 1)
In deze bijdrage, die is opgesplitst in twee delen, gaan de auteurs in op de algemene antimisbruikbepaling die is geïntroduceerd in de Moeder-dochterrichtlijn door de wijzigingsrichtlijn van 27 januari 2015. In deel 1 gaan de auteurs in op de achtergrond en het toepassingsbereik van de algemene antimisbruikbepaling. In deel 2 maken zij een vergelijking met de door de OESO voorgestelde principal purpose test en het Nederlandse leerstuk fraus legis en komen de gevolgen van de toepassing van de algemene antimisbruikbepaling aan de orde.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Th.J.M. van Schendel - Loon uit tegenwoordige arbeid versus loon uit vroegere arbeid
In deze beschouwing beziet de auteur het onderscheid tussen loon uit tegenwoordige arbeid en loon uit vroegere arbeid en de gevolgen van dit onderscheid voor de loonkwalificatie in perioden waarin de werknemer geen arbeid verricht. Hij concludeert dat tijdelijk inactiviteitsloon loon uit tegenwoordige arbeid is. Bij permanente inactiviteit is sprake van loon uit vroegere arbeid. Dit heeft tal van gevolgen voor de loonheffingen, die – bijvoorbeeld – van belang kunnen zijn als werkgevers en werknemers (vakbonden) onderhandelen over een sociaal plan waarin staat dat de werknemer gedurende een periode die direct voorafgaat aan de formele beëindiging van de dienstbetrekking met behoud van loon is vrijgesteld van het verrichten van arbeid.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Schadevergoedingen en deelnemingsvrijstelling
In het eerste deel van hun tweeluik zullen mr. drs. M.F.D. Schul en mr. M. Knops het beoordelingskader voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling op schadevergoedingen uiteenzetten. Hierbij gaan zij onder meer in op de verruiming van de Bezitseis door het Falcons-arrest en de daaropvolgende jurisprudentie. Tevens behandelden zij de vraag of het arrest BNB 1985/200 inmiddels is achterhaald door deze jurisprudentie.
In het tweede deel zullen zij ingaan op de vraag of de deelnemingsvrijstelling van toepassing is op (a) de vergoeding wegens niet-nakoming van verplichtingen uit een aandeelhoudersovereenkomst en (b) een schadevergoeding wegens onteigening van (de activa van) een deelneming. Ten slotte behandelen zij de vraag of de deelnemingsvrijstelling van toepassing is op de interestcomponent in een schadevergoeding.
Relatieve schijnleningen aan aandeelhouders
De dga is naast bestuurder en aandeelhouder veelal ook schuldenaar jegens zijn vennootschap. Niet zelden doet zich de situatie voor dat op de keper beschouwd ter zake sprake is (geweest) van (verkapt) dividend. In dit artikel behandelt drs. H.J. Meijer de vraag wanneer bij een dergelijke schuld feitelijk sprake is van dividend. Daarbij kan de vraag rijzen of er situaties denkbaar zijn waarin dit dividend in het verleden is genoten zonder navorderingsmogelijkheid van de fiscus. Hierbij gaat hij in op de vraag of de omstandigheid dat de schuld aan de bv met dividend van diezelfde bv zou kunnen worden verrekend, op zichzelf een geldige reden is om te stellen dat deze fiscaal nog realiteitsgehalte heeft.