Prof. dr. S.J.C. Hemels en mr. H.K. Nijkamp MSRE - Kunst en art. 3.92 Wet IB 2001: een ongelukkig samenspel

Het verzamelen van kunst kan afhankelijk van de fiscale identiteit van de verzamelaar meer of minder ingewikkelde gevolgen hebben. Dit artikel besteedt aandacht aan ter beschikking gestelde kunst. Op het moment dat het tbsregime van toepassing is, kan de kunstverzameling plotseling aanleiding geven tot ingewikkelde fiscale vraagstukken. De vragen tonen veel overeenkomsten met de problematiek van kunst op de ondernemingsbalans: afschrijving, waardering en sfeerovergang. Ook komt de vraag op, of de toepasselijkheid van het tbs-regime niet tevens met zich brengt dat een at arm's length vergoeding moet worden vastgesteld. In dit artikel bespreken de auteurs deze vraagstukken. Bovendien stellen ze de vraag aan de orde of het gegeven de doelstellingen van de tbs en het algemene cultuurbeleid opportuun is om privékunst in de tbs-regeling te betrekken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. J.D. Baron - Navorderen over eerder verjaarde jaren en art. 1 EP EVRM

Wegens het ontbreken van specifieke overgangsregels is het vooralsnog niet duidelijk of art. 66 lid 3 SW het mogelijk maakt dat er kan worden nagevorderd over ‘buitenlandse' bestanddelen nadat de oorspronkelijke bijbehorende verjaringstermijn van 12 jaar was verlopen. Kan, indien nodig, de belastingplichtige zich met succes beroepen op de beschermende werking van art. 1 EP EVRM?
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Dr. W. Bruins Slot - Valutaresultaten op dividenden of op dividendvorderingen?

Een reactie op het artikel "Valt een valutaresultaat op een dividendvordering onder de deelnemingsvrijstelling of niet?" van prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk (WFR 2015/1330). Met naschrift van prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. L.J.A. Pieterse - Boekbespreking

Een boekbespreking van ‘Uyt saecke des doots. Het belastbare feit van de erfbelasting begrepen, hervormd en toegepast' van W.R. Kooiman. Verschenen bij Sdu Uitgevers, Den Haag 2016, 198 p.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. drs. J.J. Engelmoer RA en mr. drs. S.A.A. Herrijgers -Tax Assurance: een vakgebied in ontwikkeling

Verslag van het congres Tax Assurance, gehouden op 1 oktober 2015 te Tilburg.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Nederland vaart zijn eigen (ram)koers; niet langer het braafste jongetje van de klas

In deze bijdrage behandelen mr. D.E. van Sprundel en L.C. Touw de vraag of de voorgestelde handhaving van de vrijstelling voor de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 voor de belangrijkste Nederlandse zeehavens in strijd is met het EU-recht. Zij onderzoeken welke risico's de houding van de Nederlandse wetgever vanaf 1 januari 2016 voor de Nederlandse zeehavens met zich mee kan brengen. De auteurs hebben onder meer een rechtsvergelijkend onderzoek naar de vennootschapsbelastingplicht bij de havenbedrijven van Antwerpen en Hamburg verricht. De auteurs concluderen dat voor de voorgestelde wetgeving wordt voldaan aan de criteria omtrent staatssteun en dat, wanneer de tijdelijke vrijstelling wordt gehandhaafd, de havenbedrijven mogelijk een financieel risico lopen. Auteurs bepleiten echter dat sprake is van bestaande steun die niet terugbetaald zou moeten worden.

Werkzaamheden buitengaats: rechtsmacht van de Europese Unie op het gebied van sociale zekerheid

Wat is de rechtsmacht van de Europese Unie met betrekking tot sociale verzekeringen buiten de territoriale zee van lidstaten? Op deze vraag gaat mr. R.H.M Roumen verder in. Aan de orde komen onder andere de werking van het zeerecht en diens maritieme zones en de territoriale reikwijdte van de Unieverdragen en verordeningen. Verder passeren verschillende arresten van het Europese Hof van Justitie de revue die licht werpen op de toepassing van EU-recht buiten de territoriale zee. Ingegaan wordt onder meer op de positie van pijpen- en kabelleggers en de vraag wat moet worden verstaan onder een vaste of drijvende installatie. Verder blijkt dat het hof met betrekking tot de sociale zekerheid, al dan niet door extra-territoriale werking toe te kennen aan regelgeving, werknemers binnen de reikwijdte van de Verordening te brengen. Dit staat echter op gespannen voet met het zeerecht voor zover hierdoor de rechtsmacht van de vlaggenstaat naar de kuststaat overgaat.