Op donderdag 4 februari verschijnt nummer 7130. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. A.J. Lluimes - Recente ontwikkelingen rondom de informatiebeschikking

In dit artikel gaat de auteur in op de informatiebeschikking van art. 52a AWR. De auteur geeft niet alleen een weergave van de wettelijke regeling, maar besteedt vooral veel aandacht aan een aantal recent door de Hoge Raad gewezen arresten. Tevens staat de auteur stil bij een aantal vragen die in de jurisprudentie nog niet (door de Hoge Raad) zijn beantwoord.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator


Mr. drs. P. Ruige en mevr. drs. L. Brilman - Het verkrijgingsprijsbegrip binnen de renteaftrekbeperkingen van de Wet Vpb 1969: een statische of dynamische interpretatie?

Het begrip verkrijgingsprijs speelt een belangrijke rol binnen de Nederlandse vennootschapsbelasting. In het kader van het bepalen van het mogelijk van toepassing zijn van een renteaftrekbeperking op grond van art. 13l en/of art. 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet VPB 1969) is (de hoogte van) de verkrijgingsprijs zeer relevant; beide bepalingen kennen een mathematische benadering waarbinnen de verkrijgingsprijs een belangrijke rekengrootheid is. De betekenis van dit begrip in beide bepalingen lijkt overeen te komen (de wetgever spreekt van "de tegenprestatie bij verkrijging, vermeerderd met de ten laste van de verkrijger gekomen kosten"), en de staatssecretaris heeft tijdens de parlementaire behandeling van art. 13l Wet VPB 1969 aangegeven dat het begrip verkrijgingsprijs ook bij de overnameholdingbepaling van art. 15ad Wet VPB 1969 is gebruikt. De auteurs gaan hier nader op in.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. R.H.M. Roumen - Werkzaamheden buitengaats: rechtsmacht van de Europese Unie op het gebied van sociale zekerheid

Wat is de rechtsmacht van de Europese Unie met betrekking tot sociale verzekeringen buiten de territoriale zee van lidstaten? Op deze vraag gaat de auteur verder in. Aan de orde komen onder andere de werking van het zeerecht en diens maritieme zones en de territoriale reikwijdte van de Unieverdragen en verordeningen. Verder passeren verschillende arresten van het Europese Hof van Justitie de revue die licht werpen op de toepassing van EU-recht buiten de territoriale zee. Ingegaan wordt onder meer op de positie van pijpen- en kabelleggers en de vraag wat moet worden verstaan onder een vaste of drijvende installatie. Verder blijkt dat het hof met betrekking tot de sociale zekerheid, al dan niet door extra-territoriale werking toe te kennen aan regelgeving, werknemers binnen de reikwijdte van de Verordening te brengen. Dit staat echter op gespannen voet met het zeerecht voor zover hierdoor de rechtsmacht van de vlaggenstaat naar de kuststaat overgaat.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mevr. Mr. K.D.W. Hoebergen Adv. LL.M. en D. Weide MSc. - Verslag 41e fiscale conferentie "Transfer Pricing"

Verslag van de 41e Fiscale Conferentie "Transfer Pricing" gehouden op 23 en 24 november 2015 op Slot Zeist.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Promovendus aan het woord

Op woensdag 10 februari 2016 zal mevr. N. van Kreveld promoveren aan de Universiteit Leiden op haar proefschrift ‘Consultatie bij fiscale wetgeving'.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

The Law ought to limit every Power it gives: art. 53 AWR versus art. 8 EVRM (recht op privacy)

Publieke belangen vergen soms een inbreuk op grondrechten. De juiste vaststelling van de belastingschuld is afhankelijk van informatievoorziening. Inbreuk op het recht op privacy (art. 8 EVRM) is derhalve noodzakelijk voor een doelmatige belastingheffing. Bij derdenonderzoek (art. 53 AWR) is dit in beginsel niet anders. In dit artikel zullen prof. mr. G. T. K. Meussen en mr. drs. C. M. Dijkstra een onderscheid maken tussen zogenoemde serievragen en sleepnetacties. Deze laatste achten de auteurs onrechtmatig en in strijd met het verbod op détournement de pouvoir (3:3 Awb). Voorts betogen zij dat het EHRM meer wettelijke waarborgen voorschrijft dan de AWR nu biedt bij het stellen van serievragen. Een uitbreiding van de informatiebeschikking (art. 52a AWR) zou evenwel mogelijk uitkomst kunnen bieden om dit hiaat in de rechtsbescherming het hoofd te kunnen bieden.

Haagse rechtsbetrekking versus Luxemburgse beschikkingsmacht

Mw. mr. M.M.W.D. Merkx signaleert in dit artikel een verschil tussen de benadering van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Hoge Raad wanneer het gaat om de vraag wie de afnemer van de prestatie is bij leveringen van goederen in de btw. Het Hof van Justitie acht de beschikkingsmacht bepalend en de Hoge Raad de rechtsbetrekking. Vervolgens analyseert zij of dit verschil in benadering ook kan leiden tot een andere afnemer van de prestatie.

Aflevering: 7130 (4 februari 2016)

WFR: Weekblad previews

Producten: WFR-signaleringen

0