Mr. drs. M.P.A. Spanjers - Kabinet: ruim eerst je eigen rommel op!
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mevr. mr. S. Jankie- Het arrest-Groupe Steria is irrelevant voor de Nederlandse fiscale eenheid
Sinds het verschijnen van het arrest van het Hof van Justitie EU in de Franse zaak Groupe Steria (C-386/14) wordt volop gediscussieerd over de toekomst van de huidige Nederlandse fiscale eenheid. Over het algemeen wordt vrij aanstonds aangenomen dat dit arrest een probleem is voor de Nederlandse fiscale eenheid. In deze bijdrage wordt het arrest Groupe Steria nader geanalyseerd en wordt de betekenis ervan voor de Nederlandse fiscale eenheid onderzocht. Hierbij wordt het arrest vanuit verschillende invalshoeken benaderd. Allereerst wordt de aard van het probleem in de zaak Groupe Steria onderzocht. Ging het in deze zaak wel om een belastingvoordeel dat onlosmakelijk voortvloeide uit de fiscale integratie? Of betrof deze zaak geheel iets anders en een andere rechtsvraag? Vervolgens wordt nader ingegaan op de zogeheten per-element-benadering. Leidt deze benadering, die een afzonderlijke beoordeling van elk fiscale eenheidsvoordeel inhoudt, direct tot desastreuze gevolgen voor de Nederlandse regeling? In beide benaderingen komt de auteur tot de conclusie dat het arrest Groupe Steria niet relevant is voor de Nederlandse fiscale eenheid.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mevr. mr. drs. M. Chin-Oldenziel - Holdings en btw: ondernemerschap, aftrekrecht en fiscale eenheid
De holding heeft in de BTW een lastige positie. De holding is namelijk niet altijd BTW-ondernemer, waardoor BTW op de holding blijft rusten. Recentelijk is er Europese en nationale jurisprudentie gewezen die betrekking heeft op de positie van de holding. In dit artikel wordt ingegaan op de actuele problematiek ter zake van BTW-ondernemerschap, recht op aftrek en toetreding tot de fiscale eenheid. De holding zal de gemoederen nog bezig houden, omdat het laatste woord hierover nog niet is gezegd.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Th.J.M. van Schendel - Nederduitse ontslagvergoedingen
De auteur beschouwt de behandeling van ontslagvergoedingen aan werknemers die grensoverschrijdend in Nederland of Duitsland hebben gewerkt. Aan de orde komen het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland dat op 1 januari 2016 van toepassing is geworden, het gewijzigde commentaar bij artikel 15 van het OESO-modelverdrag inzake grensoverschrijdende ontslagvergoedingen en het Nederduitse ontslagbesluit 2007, dat inmiddels is ingetrokken. De auteur constateert dat ondanks het nieuwe verdrag en ondanks het gewijzigde OESO-commentaar, het na 1 januari 2016 nog steeds kan voorkomen dat ontslagvergoedingen dubbel worden belast of helemaal niet worden belast (heffingsvacuüm). Alleen een hernieuwde verdragsaanpassing biedt een echte oplossing.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
ANBI's en commerciële activiteiten: wat mag (niet)?
Met de invoering van de Geefwet per 1 januari 2012 zijn de mogelijkheden voor ANBI's bevestigd om commerciële activiteiten te ontplooien. Hoewel de wetgever met deze wijziging duidelijkheid heeft aangebracht in het denken over ANBI's en hun commerciële activiteiten, blijken veel rechters nog steeds uit te gaan van oude en achterhaalde principes. In deze bijdrage beargumenteren M.M.F.J. van Bakel MSc. en mr. S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst waarom de uitspraken van veel van deze rechters in strijd zijn met de wettekst en uitlatingen in de parlementaire geschiedenis. Daarbij schetsen zij een toetsingskader voor de beoordeling of commerciële activiteiten een belemmering zijn voor de ANBI-status.
De kwalificatie van hybride instrumenten, vanuit een fiscaal, regulatoir en rating perspectief
In dit artikel gaan mr. G.J. van der Linden en mr. J.B.C. Kin in op de achtergrond van de uitgifte van hybride instrumenten. Wat zijn hybride instrumenten? Waarom worden dergelijke instrumenten uitgegeven? Wat is de civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke kwalificatie van hybride instrumenten? Welke kenmerken moeten hybride instrumenten hebben vanuit de optiek van de toezichthouders en rating agencies en wat is de impact van deze kenmerken op de civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke kwalificatie van dergelijke instrumenten? Verder bespreken de schrijvers een zevental grote uitgiftes van hybride instrumenten in de Nederlandse markt uit de afgelopen vijf jaar.