Mevr. mr. I.M. de Groot en mr. B. Suvaal - Verliesverrekening bij ontvoeging van clustermaatschappijen
Op basis van het op 16 oktober 2015 ingediende wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale eenheid wordt het onder andere mogelijk om een fiscale eenheid te vormen tussen Nederlandse zustervennootschappen van een in de EU/EER gevestigde moedermaatschappij ("zusjes-FE"). Onder de voorgestelde wetgeving (en het voorafgaande besluit van 16 december 2015) kan zich een probleem voordoen ingeval een bestaande zusjes-FE met onverrekende verliezen is opgenomen in een nieuwe fiscale eenheid met een nieuwe zustervennootschap als aangewezen moedermaatschappij. Het is namelijk onduidelijk hoe de verliesverrekening verloopt indien er vervolgens maatschappijen van de bestaande zusjes-FE worden ontvoegd uit de nieuwe fiscale eenheid. Een soortgelijk probleem bestaat ook nu al, namelijk indien een bestaande "reguliere" fiscale eenheid (dat wil zeggen: een fiscale eenheid waarbij de vennootschappen een ononderbroken verticale keten vormen) is opgenomen in een nieuwe fiscale eenheid en er vervolgens wordt ontvoegd. In deze bijdrage behandelen de auteurs deze problematiek, waarbij zij tevens een voorstel doen tot aanpassing van art. 15af Wet VPB 1969.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Dr. mr. C. Maas - De flexibele inzetbaarheid van mondelinge wetsgeschiedenis bij de motivering van rechterlijke uitspraken
Verwijzingen naar de mondelinge wetsgeschiedenis komen met enige regelmaat voor in uitspraken van belastingrechters, maar worden onder meer bekritiseerd vanwege het risico op cherry picking. In dit artikel wordt door de auteur onderzocht hoe vaak dergelijke verwijzingen voorkwamen in de periode 2000-2014. Voorts wordt aangetoond dat hoewel de parlementaire geschiedenis volgens de Hoge Raad integraal dient te worden benaderd, de mondelinge wetsgeschiedenis in de praktijk voor de belastingrechter een uiterst flexibel instrument vormt om rechtsvindingskeuzes te motiveren.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. H.B. van der Werf - Zelfstandige ("stand-alone") toepassing van Unierechtelijke algemene beginselen???
Moet het leeftijdsonderscheid bij de aftrek van scholingsuitgaven, art. 6.30 Wet IB 2001, voldoen aan het recht van de Unie, terwijl die regeling geen enkel raakvlak met het Unierecht heeft? Deze vraag heeft de Hoge Raad onlangs aan het Hof van Justitie voorgelegd. De Hoge Raad acht op grond van het arrest in de zaak-Mangold mogelijk dat het Hof van Justitie een dergelijke zelfstandige toepassing van een algemeen beginsel van het Unierecht toelaat.
In de bijdrage wordt onder meer verdedigd dat de zaak-Mangold geen enkele aanleiding biedt om zelfstandige toepassing mogelijk te achten.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. A. Maliy - Verslag YIN Winter Seminar "Changing business models"
Verslag van YIN Winter Seminar "Changing business models", gehouden op 4 februari 2016 te Den Haag.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel: een update
In de periode 26 juni 2015 tot en met 13 november 2015 heeft de Hoge Raad in een achttal zaken arrest gewezen over het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel. Het verdedigingsbeginsel staat daarmee volop in de belangstelling en belastingplichtigen doen er veelvuldig een beroep op. De zaken Kamino en Datema en Unitrading van het Hof van Justitie liggen nog vers in het geheugen. In dit artikel gaat mevr. mr. drs. A.E. Keulemans in op de recente jurisprudentie van vooral de Hoge Raad inzake het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel. Aan de hand van een stappenplan wordt kort de algemene lijn besproken. Vervolgens wordt de recente jurisprudentie besproken en voor elke stap aangegeven of en zo ja welke nieuwe inzichten deze jurisprudentie biedt.
‘Mkb, doet u mee aan horizontaal toezicht?'
Dit artikel beschrijft een praktijkonderzoek dat bijdraagt aan een compleet en actueel beeld van wat technologische ontwikkelingen en een voortdurend veranderende maatschappij betekenen voor de interne fiscale beheersing en het horizontaal toezicht in het mkb. Horizontaal toezicht, zoals dat ruim tien jaar geleden werd geïntroduceerd, blijkt door de praktijk achterhaald en staat aan de vooravond van noodzakelijke aanpassingen. Onderzocht is of de interne fiscale beheersing een rol speelt in de toezichts- en handhavingsstrategie van de Belastingdienst - meer specifiek horizontaal toezicht in het mkb - en in hoeverre sprake is van een uiteindelijke toezichts- en kostenreductie op basis van een versterking van deze beheersing.