Mr. dr. E.A.M. Huiskers–Stoop - Horizontaal belastingtoezicht: meer recht op antwoord
Onder traditioneel belastingtoezicht mogen belastingplichtigen rechtsvragen voorleggen aan de Belastingdienst en is deze op grond van gepubliceerd beleid gehouden daarop te antwoorden. Onder horizontaal toezicht mogen ondernemingen niet alleen rechtsvragen voorleggen, maar zijn ze daartoe op grond van het convenant ook verplicht en bovendien moeten ook andere vragen over "zaken waarover verschil van inzicht kan ontstaan" aan de Belastingdienst worden voorgelegd. Aan horizontaal toezicht onderworpen ondernemingen moeten dus meer vragen voorleggen. De auteur beoordeelt of ze ook meer ‘recht op antwoord' hebben, of tegen een onwelgevallig antwoord een rechtsmiddel kan worden ingesteld en hoe in een eventueel rechtstekort kan worden voorzien.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. R.P.F.M. Hafkenscheid - Het BEPS-rapport over risicoallocatie: niet zo functioneel
Volgens het recente rapport van de OECD over BEPS Actions 8-10 moet risicoallocatie binnen een multinational worden gekoppeld aan de activiteit van risicoaanvaarding en risicobeheersing, niet aan de gekozen contractuele allocatie. Met deze nieuwe interpretatie van het arm's-lengthbeginsel beoogt de OECD "profit shifting" door overdracht van risico's naar laag-belaste concernonderdelen tegen te gaan. Naar de mening van de auteur is de voorgestelde interpretatie onnodig, in tegenspraak met het arm's length-beginsel en neemt zij belangrijke oorzaken van profit shifting niet weg. De OECD had beter de mogelijkheid kunnen wegnemen die multinationals hebben hun dochtermaatschappijen een tegengestelde risico-opvatting of risicohouding mee te geven. Deze tegengestelde risico-opvatting of risicohouding is namelijk zinloos voor de multinational als geheel, maar is wel de kernoorzaak van profit shifting door risico-allocatie.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. P.H.M. Bekkers en M.T.G. Klemm LL.M - BTW-teruggaafverzoek en aangifte AWR
Naar aanleiding van een door de Hoge Raad gewezen arrest uit 2013 betogen de auteurs in deze bijdrage dat bij enige verschuldigdheid van btw een verzoek om teruggaaf op grond van art. 31 lid 1 Wet OB 1968 bij de aangifte dient te worden gedaan, waarvoor een vervaltermijn geldt van in beginsel één maand na afloop van het tijdvak waarover aangifte moet worden gedaan. Zij doen dit aan de hand van een Wet OB-georiënteerde analyse van de aangiftebepalingen in de AWR. Hierbij speelt de samenhang tussen art. 14 en 31 Wet OB 1968 en art. 6, 10, 19 AWR en art. 3 Uitvoeringsregeling AWR een cruciale rol.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
In Memoriam Hans Hertoghs
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
In het web van WebmindLicenses: dubbele heffing bij misbruik van recht?
In het arrest WebMindLicenses gaat het Hof van Justitie in op de toepassing van misbruik van recht in een situatie waarin meer dan één lidstaat is betrokken. Mevr. mr. dr. M.M.W.D. Merkx en mr. K. Verburg bespreken aan de hand van dit arrest de omstandigheden waaronder sprake is van misbruik van recht in grensoverschrijdende situaties en de gevolgen indien misbruik wordt geconstateerd.