Mr. S.F.F.J. Schenk - De A-G als CliniClown
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. drs. C.M. Dijkstra - De betaalde tipgever: een fiscaal Fremdkörper
Op 18 december 2015 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de roemruchtige tipgeverszaak. Anders dan Hof Arnhem achtte de Hoge Raad de onterechte volharding van de inspecteur om zijn tipgever geheim te houden, niet een zodanige schending van de goede procesorde dat de opgelegde aanslagen zouden moeten worden vernietigd. Verwijzing naar Hof 's-Hertogenbosch volgde. In deze bijdrage onderzoekt de auteur het Nederlandse tipgeversbeleid om vervolgens het arrest kritisch te beschouwen. De auteur plaatst zowel vraagtekens bij de wenselijkheid van betaalde tipgevers alsmede bij het arrest en schaart zich achter de uitspraak van Hof Arnhem.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Prof. mr. H.M. Kappelle - SER-varianten Toekomst Pensioenstelsel nopen tot nieuw fiscaal kader
Op 20 mei 2015 publiceerde de SER de "Verkenning persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling". In dit artikel onderzoekt de auteur de fiscale aspecten en randvoorwaarden van de door de SER genoemde varianten.
De door de SER voorgestane varianten waarbij sprake is van een degressieve opbouw, zijn op basis van de huidige (Europese) wet- en regelgeving alleen mogelijk wanneer zij de vorm krijgen van een premieregeling met een beschikbare premie op basis van een voor alle deelnemers – ongeacht leeftijd – zelfde percentage van de pensioengrondslag. Om op basis van een dergelijke vlakke staffel tot een vergelijkbaar resultaat met een middelloonregeling te komen, moet de voor alle deelnemers beschikbare premie ongeveer 1,8 keer de huidige premie in het cohort 20-24 zijn. Indien een dergelijke premiehoogte fiscaal wordt toegestaan, kan de calculerende werknemer door een combinatie van beschikbare premie en middelloon een totaal pensioenresultaat behalen dat bijna 25% meer is dan op basis van de huidige fiscale grenzen is toegestaan. Dat lijkt de schrijver onwenselijk. Dit effect kan echter alleen worden voorkomen door alleen de premieovereenkomst als pensioenregeling in de zin van hoofdstuk IIB van de Wet LB 1964 aan te merken waarop de omkeerregel van toepassing is. Eindloon- en middelloonregelingen komen dan niet meer voor toepassing van de omkeerregel in aanmerking.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
De afwaardering van schuldvorderingen in de huidige en nieuwe fiscale-eenheidssystematiek
Het in de Wet aanpassing fiscale eenheid voorgestelde art. 15ac lid 8 is een bijzonder lastig leesbare bepaling waarmee de wetgever op het eerste gezicht dubbele verliesneming binnen het kader van een fiscale eenheid via de afwaardering van schuldvorderingen wenst te voorkomen. Nadat dit gevaar van dubbele verliesvergelding is geïnventariseerd, bakenen prof. mr. R.J. de Vries en mr. G.I. van Eijk de reikwijdte van art. 15ac lid 8 (nader) af. Geconcludeerd wordt onder meer dat (i) het ook na de inwerkingtreding van dit artikellid mogelijk blijft om binnen de context van de fiscale eenheid verliezen dubbel in aanmerking te nemen via de afwaardering van schuldvorderingen en (ii) een grammaticale interpretatie van art. 15ac lid 8 onder omstandigheden in strijd kan komen met de (vermeende) ratio van die bepaling.
De 100%-vrijstelling: aanpassen of afschaffen (I)
Met de gedifferentieerde vrijstelling voor de verkrijging van ondernemingsvermogen beoogt de wetgever kleine ondernemingen meer van de vrijstelling te laten profiteren dan de grotere. Mr. A.M.A. de Beer en mr. dr. M.J. Hoogeveen onderzoeken of dit doel wordt bereikt en gaan in op de complexiteit van de regeling. In deze eerste bijdrage staat de 100%-vrijstelling in de winstsfeer centraal. De tweede bijdrage handelt over de aanmerkelijkbelangsfeer. Mr. A.M.A. de Beer en mr. dr. M.J. Hoogeveen komen tot de conclusie dat de 100%-vrijstelling moet worden afgeschaft.