Op donderdag 12 mei verschijnt nummer 7191. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Prof. dr. Koen Caminada en prof. dr. Leo Stevens - Blauwdruk voor belastinghervorming

De tijd is rijp voor een robuust belastingstelsel. De auteurs willen langs twee hoofdlijnen de gewenste hervorming tot stand brengen. Enerzijds door de belastingdruk op inkomen voorzichtig en geleidelijk te verschuiven naar verbruik. Anderzijds door het globale fiscale evenwicht tussen de diverse inkomensstromen te herstellen. Zij bepleiten de BTW-tarieven geleidelijk te uniformeren en iets te verhogen om de extra opbrengst aan te wenden voor verlaging van de tarieven in de inkomstenbelasting.
Bij invoering van de Wet IB 2001 werd een globaal evenwicht tot stand gebracht tussen de Vpb en IB. Door de stapsgewijze verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting is dit weer verloren gegaan. Dat heeft geleid tot tariefspanning in de inkomstenbelasting. Daarom wordt bepleit deze spanning te temperen door te kiezen voor een tariefspil van 22,5% Vpb met 20,0% ab. Het gecombineerde tarief van 38,0% fungeert als scharnierpunt voor een aangepaste tariefstructuur van box 1 en box 3.
Naast een aantal vereenvoudigingsvoorstellen geldt het fiscaliseren van de premieheffing volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke zorgpremie als kernpunt van de blauwdruk voor belastinghervorming. Via allerlei aanpassingen kan voor inkomens tot € 55.000 een basistarief van 33,8% worden ingevoerd. Voor 90% van de belastingplichten is zodoende sprake van een vlaktaks van 33,8%. Voor inkomens vanaf € 55.000 wordt een "surplus-tarief" van 43,8% voorgesteld.
Ook de toeslagen worden gestroomlijnd. Ze worden beter gericht op de gevallen waarin inkomensondersteuning echt nodig is. Het voorstel is de toeslagdoelgroep te beperken tot 15 à 20% van de huishoudens met de laagste inkomens.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Dr. A. Rozendal - De heffingsmaatstaf in de overdrachtsbelasting bij de verkrijging van aandelen in onroerendezaakrechtspersonen

Art. 4 Wet BRV 1970 bepaalt dat een verkrijging van aandelen in zogenoemde onroerendezaakrechtspersonen onder voorwaarden is onderworpen aan de heffing van overdrachtsbelasting. Op grond van art. 10 Wet BRV 1970 is de maatstaf van heffing de waarde van onroerende zaken die onmiddellijk en middellijk door de betreffende aandelen worden vertegenwoordigd. In deze bijdrage besteedt de auteur aandacht aan het arrest van 3 februari 2017. In dit arrest past de Hoge Raad het leerstuk van fraus legis toe in een situatie waarin werd getracht om onder de werking van art. 4 Wet BRV 1970 uit te komen door gebruik te maken van de wijze waarop art. 10 Wet BRV is vormgegeven. Daarnaast geeft de Hoge Raad een nadere invulling aan de zogenoemde doorkijkgedachte en aan de maatstaf van heffing bij middellijk gehouden onroerende zaken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Dr. J.H.M. Arts - De fiscale gevolgen van het verbreken van de vennootschappelijke betrekkingen tussen de crediteur en de debiteur van een onzakelijke lening

In dit artikel reageert de auteur op het artikel van prof. dr. R.P.C. Cornelisse, ‘De fiscale gevolgen van het verbreken van de vennootschappelijke betrekkingen tussen de crediteur en de debiteur van een onzakelijke lening', WFR 2017/77. De auteur is van mening dat door Cornelisse bepleite oplossing niet mogelijk is omdat deze op drie punten in strijd komt met het recht, te weten art. 12 Gw, art. 12 WAB en de regel dat de verschuldigde belasting moet worden vastgesteld op basis van de feiten. Met naschrift van prof. dr. R.P.C. Cornelisse.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Oplossingen voor fiscale obstakels voor een Europees personal pension framework?

De Europese Commissie onderzoekt de mogelijke ontwikkeling van een EU-brede markt voor persoonlijke pensioenregelingen (lijfrenten). Eén van de grootste obstakels is de fiscaliteit. Ieder land heeft immers zijn eigen fiscale regels op het gebied van oudedagsvoorzieningen. In dit artikel gaat drs. E.A.P. Schouten CPC, na een introductie van de achtergrond van het "EU personal pension framework", in op de fiscale obstakels die dit in de weg staan. Hij sluit af met een overzicht van mogelijke oplossingen.

Conserverende aanslag voor ab-aandelen in strijd met belastingverdrag?

In deze bijdrage roert prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis enkele kwesties aan met betrekking tot mogelijke strijd van de conserverende (belasting)aanslag voor aanmerkelijkbelangaandelen met het belastingverdrag. Er zijn zijns inziens serieuze problemen met deze regeling, met name in relatie tot die verdragen die een exclusief heffingsrecht toekennen aan de bronstaat voor vermogenswinsten op aandelen in onroerendezaakvennootschappen, daadwerkelijke invordering van de conserverende (belasting)aanslag na ommekomst van de verdragstermijn van vijf of tien jaren en de te geringe kwijtschelding van de conserverende (belasting)aanslag in geval van dividenduitkeringen na emigratie. De wetgever dient zich dan ook dringend te bezinnen op de conserverende (belasting)aanslag voor aanmerkelijkbelangaandelen.

Aflevering: 7191 (11 mei 2017)

WFR: Weekblad previews

Producten: WFR-signaleringen

1