Op donderdag 5 oktober verschijnt nummer 7209. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Redactie - Voorwoord
Prof. dr. H. Vording - Fiscale Beleidsnotities 2018
In een terugblik op meer dan vier jaar fiscaal beleid van het kabinet Rutte-II valt op hoe weinig er is bereikt. De collectieve-lastendruk steeg met maar liefst 19 mld. – een zo forse stijging is sinds het kabinet-Den Uyl niet meer vertoond. De wig op arbeid is niet noemenswaardig gedaald, en de onevenwichtige fiscale behandeling van zelfstandige versus onzelfstandige arbeid is ondanks goede voornemens niet verbeterd. Ten slotte is het niet echt gelukt om een consistente houding te vinden in de uitvoering van maatregelen tegen internationale belastingontwijking.
Prof. dr. mr. P.G.H. Albert - Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling
De auteur bespreekt het wetsvoorstel ‘Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling'. Volgens de auteur heeft de dominee (‘krachtig voortzetten van de proactieve aanpak van internationale belastingontwijking') het afgelegd tegen de koopman (‘het behoud van een goed fiscaal vestigingsklimaat').
Mevr. mr. dr. M.M.W.D. Merkx - Belastingplan 2018 en BTW: geneesmiddelen, zeeschepen en landbouwers. En herziening op diensten?
Door de internetconsultatie over de aanscherping van de definitie geneesmiddelen voor de toepassing van het verlaagde BTW-tarief en de reeds in de begroting van Economische Zaken vorig jaar aangekondigde afschaffing van de landbouwregeling zijn er dit jaar niet echt grote verrassingen in het Belastingplan 2018 voor de BTW. De aanpassing van het nultarief voor zeeschepen en de hoofdelijke aansprakelijkheid voor hypotheekhouder, pandhouder en executant zijn wel enigszins verrassend. In deze bijdrage bespreekt de auteur de voorgestelde wetswijzigingen in de BTW. Grote afwezige is de invoering van de herziening op kostbare diensten. Daarvoor is ook geen wetswijziging nodig. Toch valt er volgens de auteur wat af te leiden over de herziening op diensten uit de overgangsregeling voor afschaffing van de landbouwregeling.
Prof. mr. dr. Bernard M.E.M. Schols - Ware fiscale liefde, een kwestie van geven en nemen
De auteur gaat in op het huwelijksvermogensrechtelijke onderdeel van de OFM 2018 en beschrijft de aangekondigde wijzigingen. Het is zijns inziens een goede zaak dat geen fiscale beperkingen meer opgelegd worden bij het aangaan van een beperkte gemeenschap, althans zolang men zich aan de nieuwe 50%-regel houdt. Kritischer is de auteur op het codificeren van het fenomeen fiscaal schijnhuwelijk. De auteur sluit dan ook af met de opmerking dat we in fiscalibus nog vaak zullen horen: 'Ich weiss nicht ob es Liebe ist'.
Mr. drs. M.P.A. Spanjers - Budgettaire aspecten Belastingplanpakket 2018
Ondanks de beperkte impact voor wat betreft de budgettaire omvang kent het Belastingplanpakket 2018 drie aspecten die vanuit budgettair perspectief opvallend zijn. Het betreft allereerst de budgettaire verwerking van een wettelijke reparatie van een arrest van de Hoge Raad. Verder gaat het om de certificering van alle ramingen uit het pakket door het Centraal Planbureau en het op één hoop vegen van de belastinguitgaven en andere inkomstenbeperkende regelingen. Deze aspecten zijn te beschouwen als ontwikkelingen die ook de komende jaren betekenis zullen hebben, hetgeen een bespreking, ook voor de toekomst, relevant maakt. In dit artikel toetst auteur de genoemde aspecten aan de toetsstenen geloofwaardigheid en transparantie. Bovendien wordt bezien in hoeverre de begrotingsspelregels zijn nageleefd.
Rubriek Parlementair
Binnenkort in het Weekblad
Behandeling van inkoop van aandelen en liquidatie voor buitenlandse AB-houders
In BNB 2004/123 en BNB 2007/41 heeft de Hoge Raad beslist dat de opbrengst bij inkoop van aandelen en liquidatie voor de buitenlandse AB-houder gezien moet worden als een vermogenswinst. In dit artikel beschrijft mr. D.G.W. Schäfer in welke verdragssituaties deze jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden toegepast en of deze jurisprudentie ook direct toegepast kan worden door een Nederlandse inhoudingsplichtige. De conclusie van de auteur is dat Nederland, in gevallen dat de arresten van toepassing zijn en de opbrengst slechts belastbaar (taxable only) is in de woonstaat van de AB-houder, Nederland niet kan overgaan tot heffing van inkomsten- of bronbelasting. In afwezigheid van verschuldigde belasting is de inhoudingsplichtige niet verplicht om uit eigen beweging een nihilaangifte dividendbelasting in te dienen omdat deze verplichting is ingetrokken.
Vruchtgebruik op aandelen en toepassing van de deelnemingsvrijstelling
In deze bijdrage zal prof. dr. R.P.C. Cornelisse ingaan op de vraag of een vruchtgebruiker recht kan doen gelden op de toepassing van de deelnemingsvrijstelling. In het bijzonder zal nagegaan worden of HR, BNB 1955/50 als achterhaald moet worden beschouwd door nadien arresten (zoals het falconsarrest en het netwerkorganisatiearrest).
1