Prof. dr. Q.W.J.C.H. Kok en prof. mr. R.J. de Vries - Blauwdruk voor een grensoverschrijdende fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting
Het huidige fiscale-eenheidsregime in de vennootschapsbelasting ligt onder "EU-spervuur". Indien de bij het Hof van Justitie EU aanhangige zaken negatief uitpakken voor de Nederlandse staat, is er een gerede kans dat het fiscale-eenheidsregime zal worden afgeschaft en vervangen door een minder vergaande regeling, bijvoorbeeld een group relief-regeling die (louter) verliesoverdracht binnen een groep mogelijk maakt. Om veel redenen zou het te betreuren zijn indien het huidige fiscale-eenheidsregime wordt afgeschaft, want het biedt niet alleen de belastingplichtigen maar ook de fiscus belangrijke voordelen. Na een inventarisatie van deze voordelen wordt een lans gebroken voor de grensoverschrijdende fiscale eenheid. Deze fiscale-eenheidsvariant maakt het mogelijk buiten Nederland gevestigde moeder- en dochtermaatschappijen in een fiscale eenheid op te nemen. Met behulp van flankerende maatregelen wordt vervolgens uitgewerkt hoe de grensoverschrijdende fiscale eenheid op zodanige wijze in de vennootschapsbelasting kan worden ingebed dat enerzijds de Nederlandse belastinggrondslag niet wordt geërodeerd en anderzijds de verdeling van heffingsrechten tussen staten op grond van het internationale belastingrecht niet wordt doorkruist. Aan de hand van de belangrijkste grensoverschrijdende fiscale-eenheidsfacetten – zoals (internationale) mismatchproblematiek, toepassing van belastingverdragen, onderlinge rechtsverhoudingen, renteaftrekbeperkingen e.d. – wordt de grensoverschrijdende fiscale eenheid nader uitgewerkt. Deze uitwerking illustreert dat het goed mogelijk is een voor alle partijen evenwichtig uitpakkende grensoverschrijdende fiscale eenheid te ontwerpen. Met behulp van de juiste flankerende maatregelen wordt de Nederlandse belastinggrondslag volledig beschermd, terwijl tegelijkertijd de fiscale voordelen van de fiscale eenheid worden gehandhaafd. De invoering van de grensoverschrijdende fiscale eenheid heeft daarnaast als bijkomende voordelen dat een deel van de huidige fiscale-eenheidsregelgeving kan worden geschrapt en de fiscale-eenheidssystematiek voor de (overgrote) meerderheid van de belastingplichtigen (waaronder het MKB) niet zal veranderen. De grensoverschrijdende fiscale eenheid verdient dan ook serieuze overweging indien Nederland naar aanleiding van Europese rechtspraak gedwongen zou zijn de huidige fiscale eenheid aan te passen.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort
Over het verschil tussen een KER en een voorziening
In de literatuur is discussie ontstaan over de uitleg van de voorwaarden van de onderhoudsvoorziening versus de kostenegalisatiereserve. Mr. J. de Groot, J. Simons Msc. en prof. mr. G.T.K. Meussen gaan in dit artikel nader in op de voorwaarden voor zowel de onderhoudsvoorziening als de kostenegalisatiereserve. Onderbouwd wordt dat de onderhoudsvoorziening niet een veredelde kostenegalisatiereserve is. Gevolg is dat de piekvereiste en het zogenaamde inhaalverbod niet van toepassing zijn op de onderhoudsvoorziening.
Contouren voor een nieuw subsidiebesluit in de vennootschapsbelasting
Op grond van het zogenoemde subsidiebesluit worden gesubsidieerde instellingen onder voorwaarden geacht geen onderneming te drijven voor de heffing van vennootschapsbelasting. Op het eerste gezicht lijkt dit een redelijke goedkeuring van de wetgever om te voorkomen dat vennootschapsbelasting wordt geheven over subsidies. In de praktijk blijkt echter dat de staatssecretaris en de Belastingdienst de voorwaarden van het subsidiebesluit strikt interpreteren. M.M.F.J. van Bakel MSc en mevr. R.E.A. Kuijpers MSc lichten de knelpunten toe en betogen dat de uitleg van de Belastingdienst en de staatssecretaris niet aansluit bij het huidige subsidiebeleid van de overheid en de ontwikkelingen in de non-profitsector. Zij presenteren een voorstel voor een nieuwe invulling van het subsidiebesluit dat beter aansluit bij het doel van de belastingplicht, de wetssystematiek en de huidige tendens in de financiering van gesubsidieerde instellingen.