Op donderdag 15 maart verschijnt nummer 7230. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Prof. dr. S.A. Stevens - Compartimenteringsleer bij overheidsondernemingen

Overheidsondernemingen zijn beperkt belastingplichtig. Vermogensbestanddelen kunnen in verschillende sferen worden gebruikt, waardoor sfeerovergang op kan treden. De wetgever heeft aangegeven dat de compartimenteringsleer kan worden toegepast op een dergelijke sfeerovergang, maar dat verder niet uitgewerkt. In deze bijdrage wordt verkend hoe deze toezegging moet worden uitgelegd.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. P. Berkhuizen - Vervaardiging is geen verbouwing, of toch wel? – invloed Kozuba-arrest op vernieuwbouw

De Btw-richtlijn geeft lidstaten de mogelijkheid te bepalen dat een bestaand gebouw bij "verbouwing" terugkeert naar de fase vóór eerste ingebruikneming. Het begrip verbouwing is door het Hof van Justitie Unierechtelijk uitgelegd in het Kozuba-arrest. Vraag is of deze uitleg betekenis heeft voor de uitleg van het begrip "vervaardigd" in art. 11 lid 3 onderdeel b Wet OB 1968. In dit artikel verdedigt de auteur dat dit niet het geval is en dat Nederland mogelijk zelfs geen gebruik heeft gemaakt van de verbouwingsoptie. Het arrest geeft naar zijn mening wel meer duidelijkheid over het moment waarop sprake is van vervaardiging.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Y. van Buul, mevr. D.F.C. Ferket en G.M. de Vries - Nieuwe uitzondering voor stiefouders en -kinderen in het partnerbegrip van de IB en Awir

Naar aanleiding van de uitspraak van de ABRvS van 1 juli 2015, BNB 2016/24, is het partnerbegrip in de Wet IB 2001 en de Awir gewijzigd om ongewenste partnerschappen tussen stiefouders en stiefkinderen te voorkomen. In deze bijdrage bespreken de auteurs het arrest, de nieuwe regeling en de gevolgen daarvan voor stiefouders en stiefkinderen. Ook wordt ingegaan op een gelijksoortige wijziging van het partnerbegrip ten aanzien van pleegouders en pleegkinderen, die op 1 januari 2018 van kracht is geworden.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Dr. W. Bruins Slot - De asymmetrische behandeling van een onttrekking of een infokap bij een onzakelijke lening

Een reactie op "Wanneer vindt de onttrekking bij de onzakelijke lening plaats?" van mr. C.B. Bavinck (WFR 2018/9). Met naschrift van mr. C.B. Bavinck.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Bewijsvermoedens in de Wet VPB 1969: de grenzen verder aangescherpt

In maart en september 2017 heeft het Hof van Justitie EU twee arresten gewezen, Euro Park Service en Eqiom, waarin de grenzen aan het gebruik van bewijsvermoedens in de vennootschapsbelasting nader zijn gespecificeerd. Deze arresten vormden de aanleiding om in dit artikel de tegenbewijsregelingen van art. 10a Wet VPB 1969 en die van de fusie- en splitsingsfaciliteiten in de vennootschapsbelasting nader onder de loep te nemen. Mevr. mr. dr. E. Boomsluiter toetst de regelingen aan het EU-recht, vergelijkt de invulling van het begrip ‘zakelijke overwegingen' in de afzonderlijke regelingen en besteedt aandacht aan de vraag welke partij onder art. 10a Wet VPB 1969 belang heeft bij het tegenbewijs.

Private Equity en btw

Bij het opzetten van een private equity-structuur speelt de omzetbelasting een belangrijke rol. Tevens is er de afgelopen jaren een aantal belangrijke uitspraken van het Europese Hof van Justitie en de Hoge Raad verschenen, welke invloed hebben op de BTW-positie van private equity-structuren. Mevr. mr. Y.M. van Vught gaat daarom in deze bijdrage in op de belangrijkste aspecten bij de BTW-behandeling van private equity.

Aflevering: 7230 (15 maart 2018)

WFR: Weekblad previews

Producten: WFR-signaleringen

7