Op donderdag 17 mei verschijnt nummer 7239. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. F.R. Herreveld - Het is ja gans onwetenschappelijk, men zou mij verspotten

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

M.M.F.J. van Bakel MSc. en prof. dr. S.A. Stevens - De onderwijsvrijstelling in de vennootschapsbelasting

Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Justitie EU van 27 juni 2017 inzake een onderdeel van de Spaanse Katholieke kerk wordt in deze bijdrage de vraag onderzocht of de onderwijsvrijstelling van art. 6b lid 1 onderdeel b Wet VPB 1969 in overeenstemming is met het verbod op staatssteun (art. 107 VWEU). De auteurs concluderen dat de Europese Commissie en het Hof van Justitie EU een ander standpunt lijken in te nemen ten aanzien van de invulling van het begrip “economische activiteit” bij onderwijsinstellingen. In het licht van het Europese rechtszekerheidsbeginsel roept dit ook de vraag op welke betekenis moet worden toegekend aan het informele overleg dat de Nederlandse regering heeft gevoerd met de Europese Commissie over de staatssteunaspecten van de nieuwe regeling. Daarnaast komt aan bod of de vormgeving van de Nederlandse onderwijsvrijstelling voldoet aan de uitgangspunten die de wetgever heeft gesteld aan de Vpb-plicht voor overheidsondernemingen.

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mevr. dr. H.M.L. Niesten - Belastingheffing en sociale zekerheid van internationale chauffeurs tewerkgesteld in het mobiele werkverkeer

De toenemende mobiliteit van personen is een mooie aanleiding om de fiscale en sociale rechtspositie van internationale chauffeurs tewerkgesteld in het zeer mobiele werkverkeer, in het bijzonder de complexe interpretatie- en toepassingsproblemen, aan een kritische evaluatie te onderwerpen. Met name wordt ingegaan op de problematiek van de fragmentatie van de heffingsbevoegdheid door een strikte toepassing van de fysieke aanwezigheid, en de discoördinatie tussen de fiscale toewijzingsregels (dubbelbelastingverdrag) en de toewijzingsregels van de socialezekerheidsplicht (Verordening 883/2004) die zich bij deze bijzondere groep werknemers voordoet. In deze bijdrage wordt beargumenteerd dat de algemene regel van belastingheffing van inkomsten uit een dienstbetrekking door de werkstaat (op te vatten als de staat waar de werknemer fysiek aanwezig is) onvoldoende is afgestemd op de toestand van zeer mobiele werknemers die hun activiteiten uitoefenen in het internationale weg- en treinverkeer. De bijdrage biedt een aantal suggesties over hoe kan worden gehandeld om de gedetecteerde interpretatie- en toepassingsproblemen bij het bepalen van de heffingsbevoegdheid over de inkomsten van zeer mobiele werknemers tewerkgesteld in het internationale weg- en treinverkeer te minimaliseren.

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mevr. K.C.M. Schoonderwoerd en R.J. Spriensma - Verslag tweede Fiscale Conferentie Tax Talents

Verslag van de tweede Fiscale Conferentie Tax Talents, gehouden op 18 en 19 januari 2018 in Conferentiecentrum Woudschoten te Zeist.

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. R. Snoeij - International Tax Aspects of Sovereign Wealth Investors: A Source State Perspective

Op donderdag 24 mei 2018 zal Richard Snoeij promoveren aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift ‘Tax Aspects of Sovereign Wealth Investors: A Source State Perspective’.

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

De Nederlandse bepalingen tegen dividendstripping in het BEPS-tijdperk

Naar aanleiding van jurisprudentie van de Hoge Raad werden in 2002 bepalingen tegen dividendstripping geïntroduceerd. Deze bepalingen pogen dividendstripping tegen te gaan door middel van het uitsluiten van personen als uiteindelijk gerechtigde op basis van een aantal geobjectiveerde factoren. De bepalingen kunnen ook van toepassing zijn op grensoverschrijdende dividenduitkeringen. Mr. M.J. Velthoven bespreekt de belangrijkste elementen van de bepalingen en wijst hierbij op het statische karakter van de bepalingen. Dit statische karakter is volgens de auteur het gevolg van het middels objectieve criteria proberen te voorkomen van subjectief misbruik. Ook roept de auteur op tot een heroverweging van de grensoverschrijdende werking van de bepalingen gezien de huidige ontwikkelingen. Hierbij kan worden gedacht aan de algemene antimisbruikbepaling die in belastingverdragen zal worden opgenomen middels het Multilateraal Instrument.

Ontwikkelingen in de sfeer van de repressieve fiscale rechtshandhaving: is het ­sanctiearsenaal ten aanzien van fiscale fraude thans nog juridisch houdbaar?

Wanneer de historische fundamenten van het fiscale sanctiearsenaal worden bezien in het licht van de hedendaagse ontwikkelingen op fiscaal fraudegebied is de vraag gerechtvaardigd in hoeverre het sanctiearsenaal ten aanzien van fiscale fraude thans nog juridisch houdbaar is. Juridische houdbaarheid van een systeem van sancties vertaalt zich naar een goede afstemming van deze sancties onderling, en het concept ‘samenloop’ is dan ook richtinggevend wanneer de werking van ons fiscale sanctiesysteem wordt beoordeeld. Mevr. mr. C. Hofman geeft inzicht in de huidige stand van zaken met betrekking tot het beginsel van ne bis in idem (en dat van una via) en concludeert dat het risico op dubbele bestraffing van een belastingplichtige ten aanzien van eenzelfde feit in de hedendaagse praktijk bestaat, en problematisch kan zijn in het licht van genoemde principes. Naar een fundamentele aanpak van het probleem wordt onderzoek gedaan, in deze bijdrage wordt alvast een aanzet gegeven tot mogelijke oplossingen.
Zo meent de auteur dat een ex ante benadering (het daadwerkelijk voorkomen of verbieden van samenloop vooraf) sterker moet worden aangezet om ex post oplossingen (verdiscontering via de straftoemeting) overbodig te maken.

Producten: WFR-signaleringen

0