Op donderdag 24 mei verschijnt nummer 7240. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Prof. dr. L.G.M. Stevens - Het zure van zoet: de suikertaks
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Dr. W. Bruins Slot - De commerciële en fiscale gevolgen voor de jaarwinstberekening van de introductie van IFRS 16

Met ingang van 2019 wordt de nieuwe Leaserichtlijn IFRS 16 van kracht. In zijn artikel zet de auteur de betekenis van deze nieuwe accountingrichtlijn uiteen. Hij werpt de vraag op wat de fiscale gevolgen ervan zijn: mag de onderneming IFRS 16 ook fiscaal toepassen en zo ja, onder welke voorwaarden? En als men de aangifte vennootschapsbelasting dan inderdaad op basis van IFRS 16 zou mogen doen, wat zijn daarvan dan de consequenties voor de omvang van de fiscale winst?
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mevr. mr. drs. M. Chin-Oldenziel en B. Matthijssen MSc - Heffing van btw in de deeleconomie

Deze bijdrage concentreert zich op de relatie tussen de btw en de deeleconomie. Het aantal prestaties dat met behulp van een deelplatform wordt verricht, is de laatste jaren flink toegenomen. Hierbij vormt het optreden van vele particuliere aanbieders een belemmering voor de heffing van btw. Ook in de deeleconomie moet echter worden gestreefd naar een eerlijke en efficiënte btw-heffing. De auteurs richten zich op de huidige btw-positie van de particuliere aanbieders en de deelplatforms. In dit verband signaleren ze diverse tekortkomingen en bespreken ze mogelijkheden om het juridische kader toereikender te maken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mevr. mr. C. Hofman - Ontwikkelingen in de sfeer van de repressieve fiscale rechtshandhaving

Wanneer de historische fundamenten van het fiscale sanctiearsenaal worden bezien in het licht van de hedendaagse ontwikkelingen op fiscaal fraudegebied is de vraag gerechtvaardigd in hoeverre het sanctiearsenaal ten aanzien van fiscale fraude thans nog juridisch houdbaar is. Juridische houdbaarheid van een systeem van sancties vertaalt zich naar een goede afstemming van deze sancties onderling, en het concept “samenloop” is dan ook richtinggevend wanneer de werking van ons fiscale sanctiesysteem wordt beoordeeld.
De auteur geeft inzicht in de huidige stand van zaken met betrekking tot het beginsel van ne bis in idem (en dat van una via) en concludeert dat het risico op dubbele bestraffing van een belastingplichtige ten aanzien van eenzelfde feit in de hedendaagse praktijk bestaat, en problematisch kan zijn in het licht van genoemde principes.
Naar een fundamentele aanpak van het probleem wordt onderzoek gedaan, in deze bijdrage wordt alvast een aanzet gegeven tot mogelijke oplossingen. Zo meent de auteur dat een ex ante benadering (het daadwerkelijk voorkomen of verbieden van samenloop vooraf) sterker moet worden aangezet om ex post oplossingen (verdiscontering via de straftoemeting) overbodig te maken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Fiscaal anoniem getuigenbewijs: (On)mogelijk?

Op 24 november 2017 heeft de Hoge Raad geoordeeld over de (on)mogelijkheid van anoniem mondeling (getuigen)bewijs in belastingzaken. Mr. E. Thomas vergelijkt deze uitspraak met bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke jurisprudentie.
De auteur spreekt de wens uit dat de Hoge Raad tot één uniforme jurisprudentie zal
komen voor schriftelijk en anoniem getuigenbewijs.

Grensoverschrijdende omzettingen van vennootschappen

Jaarlijks vinden er tientallen grensoverschrijdende omzettingen van vennootschappen plaats op grond van de vrijheid van vestiging. Mr. dr. J.J. van den Broek bespreekt de fiscale gevolgen van grensoverschrijdende omzettingen en concludeert dat zowel art. 28a Wet Vpb 1969 als het Besluit van 3 april 2017 hierop niet van toepassing zijn. De vestigingsplaatsficties zouden wel van toepassing blijven op omgezette Nederlandse vennootschappen. De bestaande wetsvoorstellen om grensoverschrijdende omzettingen op te nemen in het BW leiden ertoe dat ook binnenlandse omzettingen niet langer fiscaal geregeld zullen zijn. De auteur geeft een aanzet voor een toekomstige fiscale regeling voor grensoverschrijdende omzettingen.

Producten: WFR-signaleringen

6