Op donderdag 7 juni verschijnt nummer 7242. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. S.F.J.J. Schenk RB - Het woeden van het grauw kent geen grenzen
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. dr. P.H.J. Essers - Rechtsvormdiscriminatie in het nationale en internationale belastingrecht

In deze bijdrage wordt door auteur in de eerste plaats de verstorende invloed van het gebrek aan rechtsvormneutraliteit op het nationale en het internationale belastingrecht behandeld voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Ook worden mogelijke oplossingsrichtingen verkend. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende visies ten opzichte van de mate van veronderstelde zelfstandigheid van de BV ten opzichte van haar aandeelhouders: het dependent entity en het independent entity model. Voor het nationale belastingrecht wordt aandacht gevraagd voor twee varianten van een ondernemingswinstbelasting, waarbij de ene variant uitgaat van het independent entity model en de andere is gebaseerd op het dependent entity model. Voor het internationale belastingrecht wordt aandacht gevraagd voor de van transfer pricing bekende Significant People Functions (bij vaste inrichtingen) en Delineation (bij verbonden dochtervennootschappen) Tests in combinatie met het een model waarin een verbonden buitenlandse dochtervennootschap zo veel mogelijk wordt gelijkgesteld aan een vaste inrichting. Deze benadering leidt er onder meer toe dat intraconcern-rentebetalingen als regel niet meer aftrekbaar zijn. Daarmee worden veel van de huidige antimisbruikbepalingen in de rentesfeer overbodig en kunnen de winsttarieven worden verlaagd. Ook zullen veel andere op grondslaguitholling gebaseerde structuren fiscaal niet meer aantrekkelijk zijn. Deze benadering kan leiden tot een evenwichtige synthese tussen het dependent en independent legal entity model en doet recht aan de economische realiteit.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mevr. mr. I.M. de Groot - Kosten afschaffing dividendbelasting: € 1,4 miljard per jaar… of toch niet?

Op 24 april 2018 is een aantal memo’s over de dividendbelasting openbaar gemaakt. In dit artikel gaat de auteur aan de hand van deze memo’s in op de vraag of de afschaffing van de dividendbelasting de Nederlandse staat daadwerkelijk € 1,4 miljard per jaar kost.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. I. Leenders en mevr. mr. A.C.M. Klaasse - Opzet in de AWR: het pleit beslecht?

De vraag naar de kleur van het opzet in het fiscale (straf)recht blijft onverminderd actueel. Dient het opzet van de verdachte belastingplichtige gericht te zijn op het onjuist doen van de aangifte, zoals bedoeld in artikel 69, tweede lid, AWR? In deze bijdrage gaan de auteurs in op de invulling van het opzetbegrip in het fiscale recht. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met het economische strafrecht. Tevens wordt beschreven hoe het Credit Suisse-arrest licht werpt op deze discussie.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Van A(anspraak) naar B(eschikbare premie)

Als de in het Regeerakkoord opgenomen uitgangspunten onverkort worden gevolgd, leidt dit tot een pensioenstelsel op basis van een beschikbare premieregeling met een leeftijdsonafhankelijke premie. Om 75% van het gemiddelde salaris in 40 jaar te kunnen opbouwen, is voor de ten tijde van de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel bestaande deelnemers een overgangsregeling noodzakelijk. H.M. Kappelle en R.J.D. Potter van Loon schetsen een blauwdruk voor de kaders van een overgangsregeling.
Deze krijgt vorm door voor deze bestaande deelnemers extra fiscale ruimte beschikbaar te stellen. Deze fiscale ruimte bestaat uit het verschil tussen het percentage aan beschikbare premie op basis van de huidige fiscale staffel en de in te voeren vaste leeftijdsonafhankelijke premie. De extra ruimte krijgt de deelnemer vanaf het aantal jaren na inwerkingtreding van het nieuwe stelsel dat hij jonger is dan 47 jaar op het moment van de inwerkingtreding.

De meldingsplicht van art. 36 IW 1990

Artikel 36 Invorderingswet 1990 regelt dat een bestuurder van een lichaam hoofdelijk aansprakelijk gesteld kan worden voor bepaalde belastingschulden. Heeft het lichaam niet tijdig en rechtsgeldig mededeling gedaan van de betalingsonmacht kan de Ontvanger de bestuurder aansprakelijk houden. In dit artikel bespreekt mevr. mr. drs. C.E. Lamur dat het niet altijd duidelijk is wanneer de betalingsonmacht moet worden gemeld en wanneer sprake is van een mededeling van betalingsonmacht.

Producten: WFR-signaleringen

0