Op donderdag 4 oktober verschijnt nummer 7256. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Prof. dr. L.G.M. Stevens - Staatsfonds voor box 3-slachtoffers
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. dr. H. Vording - Fiscale beleidsnotities 2019

Het Belastingplan 2019 komt rechtstreeks voort uit het regeerakkoord van dit kabinet. Dat verklaart waarom het de bekende knelpunten op de arbeidsmarkt (de hoge marginale wig voor lagerbetaalden, de fiscale positie van zelfstandigen) laat liggen. De ambitie van het regeerakkoord om het internationaal-fiscale aanzien van Nederland te verbeteren wordt nog niet waargemaakt. Wel positief is dat de verlaging van het tarief vennootschapsbelasting, grotendeels bekostigd door het bedrijfsleven, in gang is gezet.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. dr. C.L.J. Caminada, prof. dr. K.P. Goudswaard en mevr. prof. dr. M.G. Knoef - Toenemende spreiding in de drukverdeling van inkomensheffingen

Ons fiscale stelsel kent diverse belasting- en premie-instrumenten om sociaaleconomische doelstellingen te ­bereiken. Zo zijn belastingen en sociale regelingen verschillend voor mensen met verschillende arbeidspatronen, verschillende huishoudsamenstelling, verschillende leefvormen, verschillende voorkeuren voor de opvoeding van kinderen en verschillende voorkeuren voor huur- of koopwoningen.
De schaduwkant van dit beleid is dat in veel gevallen inbreuk wordt gemaakt op het klassieke uitgangspunt dat van ieder een bijdrage aan de algemene middelen mag worden gevraagd naar rato van zijn of haar draagkracht (het draagkrachtbeginsel). Dit artikel laat met behulp van microdata van het CBS zien dat er grote verschillen zijn in de druk van de inkomensheffingen tussen huishoudens, zelfs bij gelijke bruto inkomens.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

R.X. Resch - The Interpretation of Plurilingual Tax Treaties: Theory, Practice, Policy

Op woensdag 10 oktober 2018 zal Richard Xenophon Resch promoveren aan de Universiteit Leiden op het ­proefschrift ‘The Interpretation of Plurilingual Tax Treaties: Theory, Practice, Policy’.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

NOB/LOF-scriptieprijs: De problematiek van een holdingvennootschap bij de ­bedrijfsopvolgingsfaciliteit

De masterscriptie van K. Dubbeld heeft tijdens het jaarlijkse congres van het Landelijk Overleg Fiscalisten (LOF) de NOB/LOF-scriptieprijs gewonnen. Uit het rechtsvergelijkende onderzoek van de auteur blijkt toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit voor schenk- en erfbelasting (BOF) op een indirect gehouden onderneming in bepaalde gevallen van een reële bedrijfsopvolging in Nederland niet of in mindere mate mogelijk te zijn. Veelal zijn bij een familiebedrijf de belangen verspreid over zoveel familieleden, dat er geen sprake is van een voor de toepassing van de BOF vereist direct of indirect aanmerkelijk belang (5% of meer). Ondanks dat vanuit de familie bezien sprake is van een reële bedrijfsopvolging, kan de BOF in dit geval toch niet toegepast worden.
Als oplossing hiervoor pleit de auteur in zijn masterscriptie onder meer voor invoering van het familieperspectief, zoals de Vlaamse Codex Fiscaliteit kent. Het familieperspectief houdt in dat de faciliteit toch verleend wordt indien de familie gezamenlijk een belang heeft van meer dan 50%. Ook zou de mogelijkheid om belangen te clusteren zoals die in Duitsland bestaat, een welkome aanvulling zijn. Belangen kunnen worden geclusterd door een contractuele afspraak op grond waarvan de aandeelhouders naar buiten toe als een aandeelhouder zullen optreden. Door het clusteren van belangen zou alsnog voldaan kunnen worden aan het vereiste aandelenbezit voor de toepassing van de BOF. De invoering van onder andere deze twee aanbevelingen zou meer recht doen aan de ratio van de faciliteit dat alle reële bedrijfsopvolgingen gefacilieerd moeten worden.

De bijdenkbenadering

In deze bijdrage betoogt mr. dr. W.R. Kooiman dat de spoedreparatiemaatregelen fiscale eenheid op gespannen voet staan met het doel van de vennootschapsbelasting en juist belastingontwijking mogelijk maken. Op zoek naar een oplossing wordt de conclusie van A-G Wattel besproken, waarbij principiële vragen rijzen over de reikwijdte van art. 10a Wet VpB 1969. Vervolgens werkt de auteur uit hoe de concerngedachte kan worden gehandhaafd door de fiscale eenheid niet weg te denken, maar bij te denken.

Producten: WFR-signaleringen

0